Blogberichten
Wat het hele dorp wist, besproken
“Wat het hele dorp wist” besproken
Op 7 mei stond de eerste recensie van “Wat het hele dorp wist” in het Friesch Dagblad. Na het lezen van de bespreking van Toin Duijx in de digitale versie wilde ik de krant ook echt lezen en vasthouden. Fijn dat de supermarkt op zondag open was en nog een exemplaar had. Wat was ik blij met dit stuk!Na het opnieuw lezen van de eerste recensie deed ik, al bladerend door het Friesch Dagblad, nog een ontdekking. Mijn boek werd ook genoemd op de bladzijde met boekentips, die week van Boekhandel Burgum. “Wat is de verrassende binnenkomer? Welk verhaal komt ontzettend binnen en welke nieuwe schrijfbelofte dient zich aan? Maandelijks tipt een Friese boekhandelaar actuele titels die opvallen in de grote stroom aan boeken die verschijnen.Anneke de Jager tipt drie indrukwekkende verhalen van een Noor, een Deense en een Friezin.”
Mijn mond viel open, om zo genoemd te worden in een internationaal gezelschap! Ondanks het kritiekpuntje, de omslag, nota bene het eerste wat je ziet, viel het boek toch op. Ik mag wel zeggen dat ik die achtste mei ontzettend blij was.
Een week later ontdekte ik op internet nog een prima boekbespreking. Zie https://bazarow.com/recensie/wat-het-hele-dorp-wist/
Op Boekenbijlage.nl schreef Janneke van der Veer een zeer uitgebreide recensie: https://www.boekenbijlage.nl/het-zwijgen-van-een-joods-oorlogskind/
Collega Kate Schlingemann schreef op Lekker Lezen het volgende: https://lekkerlezen.nu/wat-het-hele-dorp-wist
Ook website TracesofWar.nl besprak het boek. https://zpr.io/mEYfb7KGpTNy
Een goed begin van mijn nieuwe boek dat in Nederland en België bij iedere boekhandel te koop is.
Hoezo: jongeren lezen niet?
Hoezo: jongeren lezen niet?
Bijna dertien is hij en op het verjaardagsfeestje van zijn vierjarig nichtje heeft hij geen afleiding mee. ‘Misschien is dit iets voor je,’ zegt de moeder van de jarige die niet geheel toevallig mijn dochter is en mijn nieuwe boek “Wat het hele dorp wist” in de kast heeft staan. Ze geeft hem het boek en hij installeert zich buiten in de zon.
Terwijl het feestje steeds vrolijker en luidruchtiger wordt, met gillende kleuters en kletsende volwassenen, hoort de jonge lezer niets. Hij leest. Onbereikbaar.
Als de visite vertrekt heeft hij het boek nog niet uit. “Neem je het mee, als we op vakantie gaan?” vraagt hij mijn dochter.Het is er!
Het is er!
Het is altijd een fijn moment in een schrijversleven als het doosje met boeken dat je uitgever je toestuurt is gearriveerd. Soms krijg je het tijdens een presentatie, soms zit zo’n bijeenkomst er om verschillende redenen niet in. Wel was er vanmiddag een eerste exemplaar, uitgereikt door de post, die niet wist hoe belangrijk die ene bubbeltjesenvelop was. Voor mijn campingburen die me de vorige zomer toen ik aan dit boek werkte vaak aanhoorden en ook nog wat terugzeiden! Dat is belangrijk, want hoe heerlijk zo’n campingleven is, er moet iets op papier komen en alleen in zo’n chalet is soms best alleen.
Met die eerste boeken ben je altijd blij. Mijn doosje gaat naar de kinderen of kleinkinderen, naar mensen die me op de een of andere wijze hebben geholpen (een speciaal woord van dank voor Kate die me door de diepste dalen sleurde en waardevolle tips gaf) of waarvan ik vind dat ze het boek verdienen. De steun die ik kreeg kon ik de afgelopen tijd goed gebruiken! Dank je wel daarvoor!
Het doosje staat voor me en de eerste exemplaren zijn al onderweg, het eerste exemplaar ligt bij de nieuwe bezitters. Ik hoop dat het goed wordt ontvangen en veel wordt gelezen. Veel plezier!
Ditmaal maakte ik een lesbrief bij het boek die te gebruiken is op het VO vanaf 14/15 jaar. Welke vragen of opdrachten je kunt (laten) maken is aan de docent of de leerling. Je kunt de lesbrief uitprinten.
Lesbrief bekijken
Naar de drukker
Naar de drukker
Er is weer een boek van me in aantocht, het ligt nu bij de drukker. Vanaf 8 april in de boekhandel.
Lion woont in Israël. Voor zijn zestiende verjaardag mag hij met zijn moeder en opa op vakantie naar Nederland. Daar groeide opa op in Friesland. Lion heeft vaak gevraagd naar opa’s leven toen, maar antwoord kreeg hij nooit. Opa’s geschiedenis heeft iets te maken met de Tweede Wereldoorlog. Hij was toen een peuter, dus hoe zit dat precies?
Misschien kan hij dat vertellen als hij terug is in zijn oude dorp? Maar als Lion ziet hoe moeilijk opa het heeft met dat verleden, vraagt hij zich af of deze reis wel zo’n goed idee was.
Covid en zo 6
Covid en zo 6
De nacht is slecht. De controle om 2 uur ’s nachts maakte dat de slaap die ik zo nodig had voortijdig werd beëindigd. Om half drie merkte ik dat ik (te) helder werd en niet veel later begon het lijf me te plagen. Pilletje erin plus een rustgever want het hoofd had moeite rustig te blijven. Ik dacht aan de een na jongste kleindochter, die, als ze mens-erger-je-niet speelt met pake en als ze hem er graag af wil ‘SMITE’ (roept ze dan) ze naar de dobbelstenen in haar hand fluistert: ‘Rustig-rustig-rustig!’ Nu moet beppe rustig.
Om 6 uur, na de volgende controle, besluit ik te douchen; misschien ontspant het warme water en kan ik dan, voor het ontbijt van 8 uur, nog een dutje doen. Niets helpt, dus ik begrijp dat dat er vandaag niet in zit. Desondanks zijn alle controles prima.
Ik lees, doe een spelletje, ga toch weer wat rusten, als mijn man belt met de onuitgesproken vraag. ‘Ik wacht op de dokter,’zeg ik. ‘Waarschijnlijk dat de bloeduitslagen van vanochtend ook meetellen.’
We praten nog wat, al valt er weinig te zeggen. ‘Nu stoppen,’ zegt hij, ‘anders ga je weer hoesten.’ Van dat hoestje ben ik nog niet af, dat weet ik zeker.De zwager belt en ik leg kort uit dat ik wacht op de dokter. ‘O, dat is mooi, dan nu maar in de rust.’
En ja, daar is hij dan: ruim twee meter arts achter een te lage computer op wieltjes. Alles verloopt in ziekenhuizen op rolletjes! We bespreken alles wat is geweest, de resultaten, de cijfers die allemaal positief zijn. Na overleg met de internist mag ik vanmiddag naar huis, als alle papieren klaar zijn. Extra medicatie voor de longen is niet meer nodig.
Ik app de familie, oudste zoon brengt nog was maar na overleg, want ik wil natuurlijk onmiddellijk naar huis, rustig-rustig-rustig, zo gaan die dingen niet. Bij de balie informeert hij hoe dat gaat, iemand afhalen in coronatijd. Iemand van de verpleging brengt me naar de zijingang, zodat zoonlief niet in het ziekenhuis hoeft te komen.
Nu moet ik de middag doorkomen. Het liefst wil ik de tas inpakken en klaarzetten, maar ik weet dat ik dan helemaal niet te houden ben, dat ik ernaast ga staan om te wachten zodat ik al gesloopt ben voordat ik in de auto zit, dus is het weer tijd voor rust. Ik leg wat woordjes Wordfeud, doe een spelletje, sluit mijn ogen. De middag sukkelt voorbij.
Voordat ik ga inpakken doe ik eerst mijn gewone kleren aan; ze zijn maar een beetje te groot. Ik heb hier een vetrolletje achtergelaten en vrijwel geen spieren. De rest van de rolletjes bewaar ik voor thuis, net als de wetenschap dat nu het zwaarste deel nog moet komen. Het herstellen, in zulke kleine stapjes dat je ze pas ziet als je achteromkijkt, heel veel later. Van de dubbele longontsteking weet ik nog hoe lang die maanden duurden, hoe frustrerend het was om een babystapje naar voren te zetten, en nog een, tot je, naar je gevoel, terug kukelde in de diepe put waaruit je net kwam. Ik heb het eerder gedaan en nu doe ik het weer. Ik heb veel om voor te leven, ik heb de afgelopen 11 dagen veel opbeurende berichtjes gelezen, vanuit het hart geschreven en ze helpen, echt waar. Die aandacht is straks weg en dat is goed. Ik heb een fijn team klaarstaan dat me helpt met oefeningen, aanmoedigingen, schop onder mijn achterste en wat ik maar nodig heb. De kinderen, kleinkinderen, mijn man, de mensen dichtbij die me zien worstelen af en toe, en blij met me zijn als het wat beter gaat.
Ik lig nog even en luister. Alle geluiden die me eerst zo vreemd, raadselachtig, bizar of doordringend voorkwamen ken ik nu. En anders is het ook goed. Zo loop ik nog een ommetje, neem afscheid van de meneer uit Westerkwartier waar ik een praatje mee maakte, van de collega die zo kan praten, van de buurman die intussen voor het raam zit en een veel betere indruk maakt.
Van vorige keren weet ik dat afscheid nemen van alle mensen die me deze dagen hielpen te komen waar ik nu ben weinig zin heeft. Er is op zo’n moment zoveel en tegelijk zo weinig te zeggen. Dank alle mensen van het Martiniziekenhuis dat jullie, behalve jullie kennis en wetenschap zoveel tijd nemen voor jullie patiënten die plotseling vanuit een veilig thuis in een onbekende omgeving belanden. Ook voor jullie hoop ik dat deze ellende snel voorbij zal zijn. Of dat we, sneller dan tot nu toe, als maatschappij willen leren in plaats van als mokkende kleuters verontwaardigd iedereen de schuld gaan geven. Begin bij de regels, pas ze toe, laat je vaccineren en wees voorzichtig. Voor jezelf, voor de ander, voor de zorg.