Nieuw leven, nieuwe lezingen

Nieuw leven, nieuwe lezingen

Nieuw leven, nieuwe lezingen

 

De eerste lezingen in mijn nieuwe leven en in het nieuwe jaar vergden meer voorbereidingstijd dan ik was gewend. Onderwerp van de lezingen waren de boeken die ik schreef over het leven van Louis Godschalk. Het Friese kinderboek (groep 7 en 8, ook geschikt voor volwassenen) Sis my wa’t ik bin speelt zich grotendeels af in 1956. Hier hoort de dan 13-jarige Loek Rienstra dat hij is geadopteerd, dat zijn ouders Joods waren en in de oorlog in een kamp werden vergast. Daar moet hij het mee doen.

In het Nederlandstalige Wat het hele dorp wist komt dezelfde Loekie terug naar Friesland vanuit Israël. Hij neemt zijn dochter en kleinzoon mee, want die wil weten waarom zijn opa nooit over vroeger wil praten. Kleinzoon Lion is de hoofdpersoon die vindt dat opa maar ingewikkeld doet met dat zwijgen. Pas als opa begint te vertellen begrijpt hij waarom dat was. Ook krijgt zijn moeder eindelijk antwoord op een deel van haar vragen.

Mijn man was altijd mijn chauffeur zodat ik me helemaal kon richten op de lezingen. Zeker sinds ik Long Covid had was dat erg prettig, maar daar moest ik nu iets anders op bedenken. Via de Skûle in samenwerking met de anwb kreeg ik een AutoMaatje toegewezen. Het klikte meteen en ze ging mee de klas in omdat ze benieuwd was wat ik zou vertellen. Op donderdag had ik twee klassen havo-3, en op vrijdag gedurende 2 uren een vwo-3 klas. Allemaal hadden ze het Nederlandstalige boek gelezen en een deel van hen ook het Friestalige.  

Eindelijk was ik blij met een vader die in de oorlog, in 1940 was hij 23, had hij het een en ander had meegemaakt, nadien alles opgeschreven en ons in onze kindertijd een paar spannende stukjes verteld als we door Gaasterland reden. Opvallend genoeg zei hij er ons toen we volwassen waren niets over. Pas 15 jaar na zijn dood, vlak na het overlijden van mijn zus die vermoedelijk ook niet heeft geweten wat er in die ene doos zat, kwam ik alles tegen: bonnenkaarten, zijn vervalste id-kaart, veel oproepen voor de Duitse arbeitseinsatz, een ooggetuigenverslag van de inval van de Duitsers in Roermond op 10 mei 1940, een verantwoordingsverslag van zijn handelen in de oorlog en het waarom, en zelfs een met potlood geschreven liefdesbriefje op dun distributiekantoorpapier aan mijn moeder! Wat een logisch begin van mijn lezing over het zwijgen van een Joods oorlogskind: het zwijgen van mijn eigen vader.

Met het voorlezen van zijn verslag van de Duitse inval in Roermond was het meteen doodstil. Zelfs met mijn afschuwelijke krassende kraaienstem die af en toe heel zacht werd, luisterden de leerlingen vol aandacht, stelden ze geïnteresseerde vragen, kreeg ik een paar zelfgemaakte filmpjes te zien en bewonderde ik hun boekomslagen. Dit waren onderdelen van de lesbrief die elders op mijn website staat. Later in het jaar zullen deze klassen naar Amsterdam gaan, naar het Anne Frankhuis, langs verschillende oorlogsmonumenten en willen ze met eigen ogen de struikelstenen van de ouders van Louis Godschalk zien.

Het waren prachtige ochtenden en ik hoop dat meer scholen in en buiten Friesland contact zoeken met de Schrijverscentrale zodat ik dit verhaal kan blijven vertellen. Zelfs met deze schorre kraaienstem doe ik het graag. En al hoop ik  dat die stem tijdelijk is, het verhaal blijft.