Het wonder van De Schoolschrijver

Het wonder van De Schoolschrijver

Gedicht 1

Een Schoolschrijver die, op rouw- en Sinterklaasgedichten na, nooit een gedicht schrijft, maar dat wel van de kinderen vraagt, dat is je begeven op glad ijs. (Daar was ik ook nooit een held…) De kinderen malen er niet om, ze laten zich meenemen naar de wei. Het is mooi weer en ze gaan languit liggen om naar de wolken te kijken. Daar zien ze eerst voertuigen en dieren in en later drijven er woorden voorbij. Dan is het hek van de dam. Gedichten, in het Frysk en Nederlands, stromen uit hun pennen en potloden. En De Schoolschrijver staat erbij en verwondert zich.

Gedicht 3