Schrijflap

Blogberichten

  • 2015, het jaar in woorden

    2015, het jaar in woorden

    Fam. De Jong

    Op de laatste dag van dit bijzondere jaar kijk ik nog een keer terug. Het was een jaar van uitersten, van intens verdriet tot grote vreugde. Het verdriet gold mijn zus die in februari overleed. Toen had ik nog geen idee hoezeer me dat de rest van het  jaar bezig zou houden. Bij iedere gebeurtenis, mooi of verdrietig, miste ik haar.

    In 2015 nam ik afscheid van mijn werk, OSG Piter Jelles, waar ik eerst voor de klas stond en later op de afdeling communicatie werkte, kwam ik als Schoolschrijver terug voor de klas, kreeg ik een nieuw schrijfonderkomen in Gaasterland en maakte ik kennis met een Syrisch meisje dat mijn viool kreeg. Allemaal gebeurtenissen die indruk maakten. Vooral de overdracht van mijn viool aan Lilan van 16 die alleen door Europa reisde was onvergetelijk, warm en liefdevol; we hebben nog steeds contact.

    Er was meer. Zowel de vrouw van mijn neef, de zoon van mijn zus, als de vrouw van onze jongste zoon, bleken zwanger te zijn en dat kwam in beide gevallen als een verrassing. Eind oktober was het zover: beide echtgenotes bevielen 2 weken te vroeg, binnen een week. Het was een spannende tijd die uiteindelijk goed afliep. De wereld was een jongetje en een meisje rijker.

    Het maakte dat ik dit jaar veel bezig was met het fenomeen familie. Het gezin waaruit ik kwam, waarin ik kind was, bestond niet meer. De woordgrapjes, geschiedenisjes en anekdotes kon ik niet meer met een half woord delen. Dat overviel me totaal. Het zussengevoel, samen dingen delen, miste ik steeds meer, hoe verschillend we ook waren geweest.

    Op eerste kerstdag had onze dochter ons uitgenodigd om te komen eten. Het hele gezin: zoons, hun vrouwen en kinderen, was er, acht volwassenen en vier kleintjes tussen de 5 jaar en de 8 weken. De kleinkinderen speelden met elkaar, onze kinderen keken ernaar en allemaal genoten we ervan. De kleintjes gingen toen ze moe waren bij de verschillende ooms en tantes op schoot zitten. Ik voelde me rijk, het besef van, zoals je in het Fries zegt: een ‘omsittend laach’ maakte me blij. Op dat moment realiseerde ik me dat ik niet meer onderdeel ben van het gezin waarin ik kind was, maar van dit gezin waarin ik de moeder en grootmoeder ben. Opgeschoven in de tijd.

    Het jaar 2015 is bijna voorbij. Het was een emotioneel jaar, vaak niet makkelijk maar wel goed. Nu gaan we op naar 2016. Voor me ligt een nieuw seizoen als Schoolschrijver en ik kan eindelijk weer schrijven, dus laat maar komen! Ik wens een ieder een jaar waarin je de onbevreesdheid van het Syrische meisje mag ervaren, de warmte van familie en/of vrienden, de vreugde van werk dat je graag doet en ja, gezondheid is ook prettig. Tsjoch!

     

    Fam. Feenstra

    Hanneke de Jong
  • De reis van mijn viool DE DAG (2)

    De reis van mijn viool DE DAG (2)

    SONY DSC

    Na het stukje dat Lilan speelde, werd ze weer hevig verlegen. Al die aandacht! Gelukkig was er thee en koffie en verrukkelijke cake. En tijd om even met elkaar te praten. Met de medewerkers van het azc, met vrienden en vriendinnen van Lilan en met Lilan zelf. We zagen hoe belangrijk het mobieltje voor haar is. Via Youtube volgde ze de laatste jaren vioolles en nu is het haar contact met haar ouders en de verdere buitenwereld. Ze vertelde haar moeder laatst dat ze een viool zou krijgen en haar moeder moest huilen. Dat een volslagen onbekende vrouw een viool aan haar dochter schonk en daarvoor drie uur in de auto zat! Terwijl haar dochter er 29 dagen over had gedaan om naar Nederland te reizen. Alleen! Zonder contact te hebben met het thuisfront! ‘They trusted me,’ zei Lilan alsof het vanzelfsprekend is dat je als 17-jarige zo’n tocht onderneemt.

    Na koffie, thee en cake was het tijd voor fotoshoots. In wisselende samenstellingen met wisselende camera’s en mobieltjes bleven we glimlachen. De vreugde van het samenzijn met totaal onbekenden die elkaar vonden in muziek en in menszijn. We kregen bloemen, ook al vonden de medewerkers dat veel te weinig. En veel, heel veel dankbaarheid. Of we Lilans kamer wilden zien? Natuurlijk!

    Buiten regende het. We liepen van het schooltje naar het gebouw waar ze allemaal slapen en waar een deel van hun leven zich afspeelt. In de meidenafdeling, verboden voor jongens, is een woonkamer met keuken en slaapkamers. De kamer waar Lilan slaapt heeft 2 stapelbedden, kastjes en een tafel. Haar kamergenoten zijn twee meiden uit Eritrea die Christelijk zijn. Aan hun kant veel foto’s van familie en schilderijtjes van Jezus, aan de kant van Lilan nog niets. ‘Daar komen straks jouw foto’s,’ zei ik. ‘Want we sturen ze op, natuurlijk.’

    Ik zag de vioolkist op de tafel liggen en ineens realiseerde ik me dat het niet voor even is maar voor altijd. Een moment voor nog een knuffel, ook als aanloop naar het afscheid. We zijn er nauwelijks anderhalf uur geweest, maar wat een indrukken en emoties!

    De reis van mijn viool is nu de reis van Lilans viool. Over een aantal weken moet ze verder, naar een ander azc. De viool gaat mee, daar zorgt ze wel voor. Een meisje met een tattoo en een piercing, dat kan niet in Syrië. In Nederland gelukkig wel. Ze redt zich wel, Lilan. Als er weer nieuws is, horen jullie ervan.

    SONY DSC

    Hanneke de Jong
  • De reis van de viool DE DAG (deel 1)

    De reis van mijn viool DE Dag! (1)

    SONY DSC

     

    Donderdag 15 oktober was het zover, we gingen mijn viool naar het meisje brengen.  Inmiddels was het niet meer zomaar een meisje, het was Lilan uit Syrië, wist ik via de mailwisseling met haar docente. De dag begon goed met een mooi stuk in de Leeuwarder Courant over de reis van mijn viool. Alleen al de titel: Een viool en een warm hart! We kochten twee extra exemplaren, één voor Lilan en één voor de lerares waar ik steeds contact mee had.

    Vanuit Franeker naar het midden des lands rijden is best ver. D.w.z. voor ons, want door lichamelijke ongemakken rijden we nooit zo ver. Alles verliep voorspoedig en we arriveerden precies om 12 uur bij het azc. Bij de receptie meldden we ons en was het direct duidelijk dat we werden verwacht: ‘Aaaah, de mevrouw met de viool. Wat prachtig! Kom, dan wijzen we u de weg.’ Een meneer van de beveiliging wees hoe we moesten lopen.

    Bij de school aangekomen, of beter gezegd het schooltje, want het is maar klein, stapten we van een halletje meteen in het hart van het gebouwtje. Er stonden tafels in een vierkant waar je met een groep omheen kon zitten. Er zaten een paar jongens, ik denk van tussen de 15 en de 18, gezellig met twee mannen van de beveiliging te praten. Ze verwelkomden ons, ze wisten ook waar wij voor kwamen, dat zagen we wel, en een van hen haalde de lerares op. Van een andere kant kwam, heel verlegen, Lilan aangelopen met een vriendin.

    We maakten kennis, met de lerares, Bess, met Lilan, en haar vriendin, Johanna (op zijn Engels uitgesproken). We gaven handen, we knuffelden, ze was zo breekbaar dat ik bang was haar tere botjes te pletten en we keken elkaar aan. Zij zo jong en helemaal alleen hier gekomen, ik comfortabel in drie uurtjes naar haar gereden. Zij verwonderd dat iemand die moeite had genomen, wel drie uur rijden zei ze later, om een onbekend meisje haar viool te geven. Je kunt veel zeggen zonder woorden!

    De collega’s van Bess kwamen erbij en het werd gezellig chaotisch. Maar Lilans ogen lieten de vioolkist geen moment los en dus was het tijd om de viool te overhandigen. Ik maakte de kist open en haalde de doek eraf. Daar lag hij, de viool, waar alles om begonnen was. Ik nam hem op en gaf hem aan Lilan die even niet wist hoe het verder moest. ‘Kom, ik zal hem stemmen,’ zei lerares Bess, die ook viool speelt. Ze nam hem over, stemde – het klonk nog wat schril maar dat werd al snel beter toen de viool was gewend aan de temperatuur. Bess gaf hem weer aan Lilan en zei: ‘Toe maar, play!’ En schuchter, om alles wat haar nu overkwam en alle aandacht die ze kreeg, begon ze te spelen. Later vertelde ze dat ze zo zenuwachtig was dat ze bang was dat haar hart door haar shirtje zou bonken.

     

    SONY DSC

    Hanneke de Jong
  • De reis van mijn viool

    De reis van mijn viool

    viool als nieuw

    Ruim een jaar geleden kwam ik via twitter in contact met iemand die een viool zocht voor een meisje uit de Oekraïne. Ze was gevlucht met haar moeder en miste haar viool zo. Er volgden spannende weken waarin mijn oude viool werd opgeknapt en waarin we afspraken maakten. Zelfs de vpro was geïnteresseerd omdat ze een programma aan het maken waren over jong talent dat in onverwachte omstandigheden toch tot bloei kwam.

    Uiteindelijk ging het een paar dagen voor de afspraak waarin ik de viool aan het meisje zou overhandigen niet door. Ze moesten terug naar het eerste land van de EU waar ze binnengekomen waren en dat was niet Nederland. Het meisje, het was als een verrassing voor haar bedoeld, heeft niet geweten wat er hier allemaal werd bekokstoofd.

    Een paar weken geleden zag ik een raadselachtige tweet: Misschien @hanneke_dejong wel? Eén naam kende ik, die van mijn eerste contactpersoon destijds. Ik ging de andere namen langs tot ik een tweet zag waarin een viool werd gevraagd voor een vluchteling. Mijn hart maakte een huppeltje! Zou er toch een gegadigde komen voor mijn viool? Via twitter kreeg ik contact met een lerares aan een azc waar AMA’s (alleenstaande minderjarige azielzoekers) werden opgevangen. Bij de intake zag deze mevrouw dat zich een meisje meldde met een vioolsleutel in haar hals getatoueerd.  Ze vroeg het meisje ernaar en die vertelde dat ze viool speelde. Maar ja, die past niet in een rugzak.

    Waarom die voorkeur voor vluchtelingen, ik kan mijn viool toch ook gewoon verkopen? Ik kom uit een muzikaal gezin, mijn vader was een van de eerste onderwijzers die een Gehrelsdiploma had, hij gaf AMV-lessen en leidde koren; mijn moeder zong jaren bij het Toonkunstkoor in Heerenveen en mijn zus speelde piano. Ik speelde viool, jaren lang tot ik geen tijd meer had om het goed bij te houden en ten slotte niet  omdat ik hem niet meer goed vast kon houden, laat staan bespelen. Ik weet hoe bindend musiceren kan werken en hoe je je emoties erin kwijt kunt. Een paar jaar heb ik lesgegeven aan een ISK en dat vond ik fantastisch. Ik heb zelfs in mijn jeugdroman Sterke schouders een AMA bevriend laten worden met mijn hoofdpersoon. De AMA heette Liban en drumde zijn woede, hij had veel meegemaakt,  van zich af.

    Volgende week ga ik naar het midden van het land waar het meisje – ze is 17 en heet Lilan (zoiets bedenk je niet!) – in een azc woont. Ze weet dat we komen. De tranen sprongen in haar ogen toen ze hoorde dat ze een viool zou krijgen. Iedere keer als ze haar lerares en mijn contactpersoon tegenkomt, glundert ze. Ze krijgt een viool!

    Wie er meer over wil lezen kan kijken op mijn fb-pagina over de reis van mijn viool. https://www.facebook.com/De-reis-van-mijn-viool-189529188044926/timeline/?ref=aymt_homepage_panel

    Nog een weekje geduld, Lilan!

    Hanneke de Jong
  • Vakantie (2 en slot)

     

    Vakantie (2 en slot)

    SONY DSC

    De eerste vakantie buiten de schoolvakantie, ik had me erop verheugd. Aangekomen bij ons huisje in De Morvan zagen we dat het goed was. Rustig gelegen, een lap grond, vlakbij een meer, het had alles. Binnengekomen zagen we dat het een echt leeshuis was met fijne stoelen en een grote boekenkast. Alleen één ding klopte niet. Ik snoof. Verbrand hout. Er stond een grote houtkachel in de kamer. Ik dacht na. Niet te overgevoelig reageren, Hanneke. Het was warm dus de vorige huurders hadden hem vast niet aan gehad. Het zou wel wat meevallen. We verkenden het huisje, het had prima bedden en toch…

    We pakten uit en settelden ons, maar het vervelende gevoel bleef. De volgende dag begon ik te hoesten en iedere dag werd het erger. Na mailcontact met de eigenaar zoog schoonzus de kachel uit, nam de kamer af met nat en nam en passant het hele huis maar mee. Daar kon het niet aan liggen. Dinsdags begaf mijn stem het, de dag daarna haalden we hoestdrank bij de apotheker, die enigszins zorgelijk keek. Donderdags voelde ik scheermesjes in mijn keel die vrijdags scherper werden. Die avond kwamen we, nadat we ergens hadden gegeten, het huis binnen en ik zei: ‘Ik ruik het nog.’ Ik keek schoonzus aan. ‘Ik wil hier weg. De kachel kunnen we hier niet weghalen, maar mij wel. Ik ben gewoon ziek.’ Ze was het met me eens, het ging niet meer. Daar naar een dokter gaan had geen zin, de kachel en zijn kwalijke stoffen bleven en de rotzooi die ik ophoestte wees duidelijk op een ontsteking.

    De volgende dag om twaalf uur hadden we alles ingepakt en vertrokken. We reden in stilte – ik ben anders van de conversatie – en waren aan het einde van de dag een flink stuk voorbij Parijs. We  sliepen in een fijn hotel, waar de receptioniste honing voor me haalde voor in de thee. De lieverd!

    Zondags in de namiddag waren we weer thuis, d.w.z. ik was weer thuis, blij om man en hond te zien en vooral mijn bed! ’s Avonds, de pijn werd erger, de dokterswacht gebeld, die binnen een half uur op de stoep stond en tien minuten later vertrok met achterlating van een fikse anti-b kuur en prednison.

    Mijn vakantie zit erop. Eén voordeel heeft rijden over de Franse wegen buiten de schoolvakanties zeker: je schiet lekker op. Je hoeft nergens te wachten, niet voor eten noch voor toiletten. Des te eerder waren we thuis. De napret is begonnen.

    Hanneke de Jong