Blogberichten
De Schoolschrijver: pyjamavoorleesparty!
De Schoolschrijver: pyjamavoorleesparty!
Na de ouderochtend in Minnertsga met een echt boekencircuit, was de school in Deinum aan de beurt. De school organiseerde daar een ouder- en kindavond in het kader van De Schoolschrijver ofwel een pyjamavoorleesparty. De Schoolschrijver vindt voorlezen belangrijk en de school en ik vinden dat ook. Het momentje op de rand van het bed, of knus samen op de bank is immers zo waardevol. Even rustig zitten, boek lezen, plaatjes kijken en erover praten. Dat zou niet moeten ophouden als kinderen eenmaal zelf kunnen lezen! Juist als ze ouder worden en dingen minder bespreekbaar zijn, kan het via een boek aan de orde komen. Maar samen verder fantaseren waar het boek stopt is ook geweldig.
De kinderen, de meester en de juffen waren allemaal in pyjama gekomen – de ouders die hun kind brachten mochten in gewone kleren – en meesters, juffen en leerlingen van groep 7 en 8 lazen de kleintjes of de vaders en moeders voor. Om de 10 minuten ging de bel en kon je verhuizen naar een ander knus plekje. Van groep 1/4 waren bijna alle kinderen aanwezig om zich te laten voorlezen. Een deel van de oudere kinderen had sport of andere bezigheden – vooral de jongens! – maar toch lazen de meisjes en één stoere jongen voor. In het Frysk, het Nederlands en het Engels! Wat was het mooi dat alle drie talen met evenveel enthousiasme werden gebruikt en beluisterd.
Ouders die meer van De Schoolschrijver wilden weten, konden met me praten in de bieb over lezen en taal en wat een Schoolschrijver allemaal doet. Het voelde aanvankelijk een beetje vreemd om in de nachtpon een serieus gesprek te voeren, al wende dat snel. Verder liep ik rond om hier en daar een praatje aan te knopen.
Om half acht verlieten de kinderen, de meeste met hoogrode slaapwangen, de school. Ook voor hen ongetwijfeld een onvergetelijke avond!
De Schoolschrijver: Ouderochtend
De Schoolschrijver: Ouderochtend
Vanochtend was het een en al drukte op De Wizebeam in Minnertsga. Vanaf 10 uur mocht elk kind een volwassene meenemen om hem/haar te laten ervaren hoe dat nou was, werken met een Schoolschrijver. De ouders kwamen ‘machtich as miggen’ en als die niet konden komen, werden ze vertegenwoordigd door pakes en beppes en zelfs door een grote broer! In tweetallen werkten ze een heel boekencircuit af met steeds verschillende opdrachten waar ze een kwartier mee bezig waren.
Wat was er allemaal te doen?
- Bij de speeddates mochten ze elkaar in tweetallen vertellen over zijn/haar mooiste boek. De kinderen hadden daar weinig moeite mee, voor sommige ouders lag dat een beetje anders. Die hadden dat nog nooit eerder gedaan, maar toch vonden ze het prachtig. Zoveel boeken passeerden de revue in een kwartier tijd!
- Bij de meester was er een quiz op de iPad. Vooral de leerlingen van groep 3 vonden dat fantastisch: vragen beantwoorden op de iPad!
- De volgende opdracht was in het kleuterspeellokaal. Daar stonden boekenkasten vol boeken klaar en Janke van de bieb maakte met groot en klein stapelgedichten. Hierbij werden boeken naar keuze op een stapeltje gelegd zodat het geheel een gedicht vormde.
- De juf van groep 3/4 vertelde over de zegeningen van voorlezen en las zelf ook voor. Dat is heel belangrijk, zei een leerling uit groep 4, want als je kunt lezen, kun je ook steeds beter schrijven. En dat ze dat konden hadden ze afgelopen week al laten zien!
- Tot slot kregen ze bij mij de keuze uit drie schrijfopdrachten: het schrijven van een verhaaltje naar aanleiding van een bijzonder, spannend, verdrietig of fantastisch woord uit een van de boeken die lagen uitgestald; het schrijven van een gedicht met vier vooraf bepaalde ingrediënten of het schrijven van een dialoog tussen twee ruziënde dieren.
Na anderhalf uur verlieten de volwassenen met verhitte hoofden de school, laaiend enthousiast over wat ze in korte tijd hadden meegemaakt. Ook het team had genoten. Wat een bijzondere ochtend!
De Simke Kloostermanprijs 2016!
De Simke Kloostermanprijs 2016!
Burgemeester Gerbrandy van Achtkarspelen belde voor de tweede keer. Ik was niet thuis, mijn man nam op. De burgemeester dacht dat hij het mijn man ook wel kon toevertrouwen. ‘Uw vrouw mag een spetterend feest organiseren,’ was de boodschap. ‘Trettjin dagen om in spetterjend feest te organisearjen is het winnende boek.’
Ik had het niet verwacht. ‘Echt?’ vroeg ik. ‘Echt waar?’
Het was geen grapje en langzamerhand begreep ik het. Ik heb de Simke Kloostermanprijs gewonnen. Voor de tweede keer! Trettjin dagen om in spetterjend feest te organisearjen is het beste Friestalige kinder/jeugdboek van de afgelopen drie jaar! Ik werd blij. En blijer. En verschrikkelijk blij! Want dit boek betekent veel voor me. Het boek dat over een pubermeisje gaat dat niet weet dat ze ADHD heeft. Haar broertje blijkt het te hebben en daar zijn grote problemen mee. Met haar niet. Hewel… er gaat wel het een en ander fout in haar leven.
Deze week hoorde ik over een meisje van 15 dat volledig met zichzelf in de knoop zit. Haar moeder had het er zo moeilijk mee dat ze vond dat haar kind maar naar een tuchthuis moest gaan. Stiefmoeder nam met het meisje de vragenformulieren door voor het ADHD-onderzoek, precies zoals Marieke dat in het boek doet met Peter, har broertje. De vader had Dertien dagen al gekocht voor het meisje als cadeau.
Ik houd niet van boeken met een boodschap, maar ze mogen wel ergens over gaan. Dit boek gaat ergens over. En nu heeft het een prijs gekregen. Ik ben blij, vooral nu ik het mag vertellen! De uitreiking is op 20 mei in het kerkje van Twijzel!
De Schoolschrijver: een emotionele les
De Schoolschrijver: een emotionele les
Het was deze week een overvol uur op de scholen. Met terugkijken op de maillessen, die deels waren mislukt maar die ook juweeltjes aan vragen hadden opgeleverd. Bijvoorbeeld: Heb je wel eens problemen met het schrijven, Hanneke? Dan wil ik je wel helpen. Bij zo’n mailtje smelt ik.
Met vooruitkijken op de Talentenklas, als we een schoolkrant gaan maken. Wat kan er in zo’n krant? Verhalen, gedichten, interviews, strips, puzzels, reportages… Moeilijk woord, maar gelukkig had ik een mooi voorbeeld van Janneke Schotveld die in het AOb-blad was gevolgd door een journalist. Het resultaat was dus een reportage. Dat moeilijke woord ontging de kinderen van groep 7 en 8 volkomen, want die lagen bijna van verrukking onder de tafel: ‘Oooh, Superjuffie!’ Vervolgens keken ze naar mij. ‘Jahaa,’ zei ik, ‘dat is behelpen, geen Superjuffie maar Hanneke de Jong…’ Om daarna met elkaar in lachen uit te barsten.
Het lachen verging hen daarna snel. Ik las een stuk voor uit Vuur van Anke Kranendonk. Sam is dol op zijn hondje Vuur. In het hoofdstuk dat ik voorlas vertelt Sams moeder dat Vuur onder een auto kwam en op slag dood was. Met zijn vader maakt Sam zijn hondje schoon. De broer van Sam wil niet mee, hij ligt op de vloer tv te kijken. Een prachtig hoofdstuk waar de kinderen ademloos naar luisterden. Het was voor allemaal duidelijk dat Sam en zijn broer veel verdriet hadden. ‘Hoe weten jullie dat?’ vroeg ik. ‘Het woord verdriet komt in het hele stuk niet voor.’ Haarfijn vertelden de leerlingen hoe ze wisten dat de broers verdriet hadden, ook al reageerden ze beide heel verschillend.
De schrijfopdracht luidde: je hoofdpersoon zit ’s avonds met het gezin gezellig in de huiskamer, de tuin, op de camping, de boot of waar dan ook. Schrijf maar hoe leuk jullie het hebben. Een leerling schreef dat hij aanbood om voor opa vampier een glaasje bloed te halen. Prima voorbeeld van een gezellige avond!
Maar dan! ‘Er gebeurt iets onverwachts: iemand belt aan en roept: Gooooeeeedemorgen!’ De kinderen grinnikten, die kreet kenden ze wel. ‘Wat kan er nog meer aan onverwachts gebeuren?’ De ideeën borrelden op! De volgende opdracht luidde: ‘Wat er ook gebeurt, het maakt een emotie, of misschien wel meer, los bij de hoofdpersoon. Waarschijnlijk ook bij de anderen van het gezelschap. Je schrijft er over, zonder de emotie te benoemen.’ De kinderen stortten zich weer op hun verhaal en het werd stil. Er was verdriet, vreugde, schaamte, woede en nog veel meer. Volgende week gaan we het lezen!
Groep 3/4 puzzelde een verhaal in elkaar dat ik had geschreven. Het was in stukken geknipt, vorige week waren er overal tekeningen bij gemaakt en gisteren puzzelden we het weer tot een geheel. Ook hier is hard gewerkt en het resultaat mag er zijn. Hun advies: ‘Stuur het maar naar de uitgever, Hanneke. Het is spannend, grappig en leuk!’
Wat een feest, deze week!
De Schoolschrijver les 6: spannend!
De Schoolschrijver les 6: spannend!
Het was een spannende week op mijn Schoolschrijversscholen. Na het bekijken van de gedichten van vorige week, gingen we namelijk spannend schrijven!
De eerste opdracht was de opmaat. Beschrijf de route van je slaapkamer naar de woonkamer. Heel feitelijk. Vijf zinnen moesten genoeg zijn. Aanvankelijk ontstond er enig tumult over wie waar sliep, boven, op zolder of bijna naast de woonkamer, maar al snel ging iedereen aan de slag. Na een paar minuten mochten de eersten voorlezen.
‘Ik kom uit bed en loop de trap af.’ ‘Slaap jij vlak voor de trap dan?’ ‘Eeeh, nee!’ Leerling verbeterde en las verder. Al snel had de klas door dat het handig is om de woorden slaapkamer en woonkamer in ieder geval te gebruiken zodat de lezer wist waar hij was in het huis van de schrijver.
Volgende opdracht. Ik vertelde: ‘Het is nacht. Iedereen slaapt, behalve jij. En omdat je klaarwakker bent, wil je iets uit de woonkamer halen. Wat dat is, mag je zelf bedenken, maar je weet dat je dat niet mee mag nemen naar je slaapkamer. Toch haal je het op, zonder iemand wakker te maken. Bedenk wat je ophaalt en beschrijf hoe je dat doet. Nu mag je het heel spannend maken!’
De klas schoot meteen in de schrijfstand. Bijna iedereen wilde na de 5 minuten schrijftijd wel voorlezen. Zelfs de meester in groep 7/8 las voor en dat deed hij spannend! Bij het bespreken van deze stukjes ontdekten de kinderen dat ze de zintuigen, die ze vorige week al dichtend hadden ontdekt, weer moesten gebruiken. In het donker je weg zoeken zonder dat er iemand wakker werd. Ze moesten stilletjes lopen of sluipen in plaats van de trap afdenderen, ze mochten niet tegen de openstaande badkamerdeur botsen en gingen in het donker op de tast naar de woonkamer. Papa snurkte meestal onverdroten door en als hij stokte, bevroor de betreffende leerling.
De derde opdracht was een herhaling van de eerste: loop of fiets van je huis naar school. Wat zie je onderweg? Waar loop je langs? Houd je aan de feiten. Bij het bespreken bleek dat ze al veel hadden geleerd van de eerste opdracht.
De laatste opdracht maakte eerst de tongen en toen de pennen los. ‘Je moet naar school, maar er is iets, dat kan onderweg zijn of bij aankomst op school, waar je ontzettend bang voor bent. Beschrijf wat je meemaakt en wat je voelt onderweg.’ ‘Er loopt een dino door het dorp!’ ‘Ik word opgewacht door een groepje pesters.’ ‘Ik krijg straf van de juf omdat…’
Daarna werd het angstaanjagend stil. De kinderen schreven. De rillingen liepen ons over de rug en de grize gie ús oer de grauwe!