En het is niet eens de vijfde (slot)

En het is niet eens de vijfde (slot)

En het is niet eens de vijfde (slot)

“Veel meegemaakt wat niet de bedoeling was,
Niet meegemaakt wat wel de bedoeling was”

Maandagochtend, ik zat nog aan mijn ontbijt uit de picknickmand die ik van de gastvrouw had gekregen, toen ik al snel begon met bellen. Het was druk op het nummer van Uitgekookt. ‘Er zijn 16 wachtenden voor u!’ De meneer die thuis mijn eten brengt had weleens verteld dat hij klanten helpt met het uitzoeken van maaltijden omdat ze niet met internet kunnen omgaan of geen pc hebben, dus kon ik me indenken dat er mensen zijn die dat telefonisch doen. Hebben ze meteen voor die dag menselijk contact gehad. Dan kon ik beter mailen.Toch voelde alleen de mail niet prettig, ik zou nog een keer proberen te bellen. Meteen kreeg ik dezelfde Hanna aan de telefoon die ik de week daarvoor ook had gesproken. Ik legde haar de situatie uit en gaf mijn nieuwe adres. Er bleek een probleem te zijn: ik zat nu een halfuur zuidelijker dan de vorige B&B en ik was de laatste rit, hetgeen betekende dat de chauffeur een uur langer onderweg was in zijn eigen tijd. Ze zou contact met hem opnemen. Ik gaf als tip dat ik hem wel wilde omkopen met een vers Fries suikerbrood. Hanna moest erom lachen en zei dat ze dat zou doorgeven. ‘s Avonds kwamen de maaltijden voor een week in het bekende groene doosje en de bezorger was blij met het suikerbrood.

De dagen erna probeerde ik contact met Rania en Lilan te krijgen. Ik wist dat ze het beide druk hadden en dat snapte ik wel, maar ik wilde zo graag weten of iemand me naar het feest zou kunnen brengen. Dinsdag kreeg ik een berichtje van Lilan dat ze woensdag langs zou komen of in ieder geval iets zou laten horen. Woensdag kreeg ik een appje van Rania dat ze familie van het vliegveld haalde, dat ze het erg druk had maar dat ze ’s avonds zou bellen. Omdat ik wist dat Lilan belde als ze eventueel kwam, vond ik het tijd worden om zelf uit te vinden of en hoe ik naar het hotel waar de bruiloft plaats vond kon rijden. De volgende dag zou het immers al zover zijn.

Ik ging op pad met mijn auto en merkte al snel dat ik nog niet vaak met de navigatie had gereden. Thuis wist ik waar ik moest zijn en hoe ik daar kwam en nu wist ik niet eens of er een stem bij de aangegeven weg hoorde. Voordat Tomtom en zijn collega’s hun intrede deden was ik zeer gesteld op kaart lezen, dan zag je de route tenminste voor je én tegelijkertijd zag je hoe je bij eventuele drukte je route aan kon passen. Met de navigatie had ik geen idee waar ik me bevond en of er ook een snellere route was. Ik reed over smalle weggetjes, dorpje in en dorpje uit, alles kronkelde gezellig tussen verschillende soorten velden door en als ik niet zelf had gereden had ik er ongetwijfeld van genoten. Nu niet. Ik had het gevoel dat je soms in nachtmerries kunt hebben, dat je je vreselijk inspant zonder een meter vooruit te komen. Wel werd ik er net zo doodmoe van. Omdat ik het er benauwd van kreeg, stapte ik bij een Jumbo uit om mijn eigen soort thee te halen en liet ik bij een opticien een neusvleugeltje van mijn bril vervangen. Ik was nog in de verste verte niet in de buurt van het feestpaleis en wilde maar één ding: terug naar mijn appartement en dus stapte ik weer in de auto. De route terug ging op magische wijze sneller en ik was blij toen ik in mijn appartement was; ik had best gemerkt dat ik een paar stommiteiten had begaan die alles met vermoeidheid te maken hadden. Ik zegende mijn prettige bed, zoals ik – op de bank na die erg laag is – alles zegen van het appartement en de hartelijke gastvrouw die elke dag een keer of vaker langskomt. Ik heb het hier naar mijn zin, ik slaap heerlijk, hoef me nergens zorgen om te maken op dat ene punt na: het feest.

Toen ik later op de avond nog niets van Rania had gehoord hakte ik de knoop door: de volgende dag zou ik niet naar het feest gaan, ik zat nog na te trillen van de middagrit, het hart klopte weer in mijn keel, ook met dank aan long Covid en wat had ik feitelijk uitgevoerd? Het stelde toch niks voor? Hoe ver moest ik gaan? Tot ik weer in het ziekenhuis was beland? Dat is hier de straat uitrijden en dan de hoek om dus dat was het punt niet, ik moest leren stoppen voordat ik over mijn grens zou gaan. Ja maar, ja maar, mopperde ik in mezelf, het feest is de reden dat ik hier ben! Toen dacht ik wijze woorden. Accepteer maar Hanneke dat je veel dingen meemaakte die niet de bedoeling waren, maar dat je niet zal meemaken wat wel de bedoeling moest zijn. Kijk eens wat deze reis je oplevert: voor het eerst sinds 2005 ben je weer alleen op vakantie en je hebt het naar je zin én zonder dat je brokken maakt. Wees daar blij mee! Er zeurde nog een stemmetje na, maar ja, maar ja en dit was de bedoeling niet en daarna legde ik me erbij neer. Lilan zou trouwen zonder mij, daarvoor had ze me tenslotte helemaal niet nodig.

Donderdagmiddag dacht ik natuurlijk aan haar, dat ze nu maar één moeder aan haar zij had, maar het was wel de goede moeder, de moeder die er echt toe deed. Een moeilijk moment was toen diezelfde moeder me om een uur of zeven belde: ‘Maar Hanneke, waar ben jij? Waar blijf jij, kom je nog?’ Ik slikte, hoorde veel feestgedruis en muziek en dat kon ik even niet hebben, er waren grenzen. Ik probeerde het uit te leggen maar Rania snapte er niks van. ‘Neem dan een taxi, Hanneke!’ Je moet er maar op komen, ik kwam dat niet. ‘Het gaat niet, Rania, echt niet.’

Er viel weer een traan en het was geen trouwtraan. Het was en is rouwen om dat lijf dat nog zo weinig kan terwijl er niets aan te zien is. Pijn zie je niet, hartkloppingen en vermoeidheid ook niet, maar ze zijn er wel. Aan de andere kant, al is het hoofd dat erop zit vaak rommelig en druk, toch ben ik er blij mee. Het brengt me soms in netelige situaties maar meestal er ook weer uit.

Ik zucht eens diep, kijk om me heen naar de sportveldjes, de bosrand en het maïsveld en constateer dat ik een fijne vakantie heb. Nog een dag genieten van alles wat anders is en daarna terug naar huis.