Over schrijven gesproken
In november en december gaf ik een schrijfcursus ‘Proazaskriuwen foar bern’ in Tresoar, Leeuwarden. Het was een klein groepje maar erg fijn! Ze leerden van mij maar ook vooral van elkaar en een aantal wilde verder voor een vervolg. Eind januari zouden we beginnen. Maar de een kreeg een andere cursus aangeboden waar ze aan een historische roman zou werken, de volgende meldde zich af omdat hij met een deadline zat, weer iemand kon niet op woensdag en ten slotte kwam iemand ten val met een hersenschudding tot gevolg. Dat hoorde ik een paar uur voordat de cursus zou beginnen, een cursus waarvan nu nog twee cursisten over waren. Spoedoverleg met de twee overgebleven dames, met Tresoar, met mezelf. Een cursus geven aan twee mensen is iets heel anders dan aan een groep van 8 of 10! De twee overgeblevenen waren echter duidelijk: ze hadden deze cursus nodig als stok achter de deur, om samen te leren hoe je dat nou doet, een kinderboek schrijven. Ik hoorde de ene in mijn hoofd zeggen: stok achter de deur. Had ik eigenlijk ook niet een stok achter de deur nodig? Ik heb een kinderboek in mijn hoofd, als mijn cursisten aan hun boek werken en schrijven, dan kan ik wellicht ook mijn ideeën omzetten in daden. Twee uur achterelkaar praten over boeken helpt je namelijk niet zoveel verder, je moet gewoon gaan zitten en schrijven. Met af en toe pauzes om te bespreken wat de ‘tûkelteammen’ (obstakels, problemen, spreek uit als toekeltjemmen) zijn om dan weer met frisse moed verder te schrijven. Ik mailde met Tresoar dat ik met wat aanpassingen van hun kant en van mijn kant de cursus wilde geven, ik overlegde nogmaals met de dames en later op de dag was het plan rond: de cursus gaat door, bij mij thuis aan de eettafel waar het ook prettig schrijven is. Als ik omval van vermoeidheid is dat geen probleem en als dat met een van de andere twee het geval is ook niet. Ik was blij, er is weer iets leuks in het verschiet. Ik kan weer iets betekenen voor een ander, kan weer mensen ontmoeten zonder dat ik een overdosis aan prikkels binnen krijg en wie weet lukt het me ook om zelf weer wat op papier te krijgen.
Maar je schrijft nu toch ook? kun je vragen.
Ja, maar dat is anders. Ik heb gemerkt dat ik het nodig heb om deze stukjes te schrijven, dat ik niet in november had moeten stoppen omdat het toen een jaar geleden was dat Johan overleed. Ik leef namelijk verder, ook al gaat het af en toe wat moeizaam en als me dit helpt, dan moet dat maar. Niemand is verplicht om het te lezen.
Eén van de eerste dingen die ik moest leren was het vragen van hulp; wat ik nu merk is dat ik dat inmiddels wel kan, maar dat het me steeds meer gaat tegenstaan omdat ik er zo weinig tegenover kan stellen. ‘Dat hoeft ook niet,’ zei een buurvrouw waar ik theedronk omdat ik niet in mijn huis kon komen. De vorige avond had mijn schoonzoon grofvuil aan het plein gezet en mijn auto weer op de oprit gereden en de autosleutels, waar ook mijn huissleutels aan hangen, ergens neergelegd waar ik ze niet had verwacht. ‘Mijn man wil het wel doen, die doet toch niks.’
Fijn om te weten dat er iemand is die je, behalve de naaste buren, ook kunt vragen.
Inmiddels hebben we de derde cursusavond gehad. Van iedereen staat het idee in de steigers of verder en waar ik op had gehoopt, kwam uit. De feedback die we aan elkaar geven helpt ons verder. Wat ook helpt is dat ik in de theepauze vertel over alle stommiteiten die ik heb begaan en de pech waar ik meer dan eens mee te maken had. Twee uitgevers stopten vlak nadat een boek was uitgekomen en datzelfde gebeurde met uitgevers die failliet gingen. Niet leuk!
Dankzij de cursus heb ik een begin gemaakt met het volgende kinderboek, al ging ik meteen zo voortvarend te werk dat ik in gedachten deel 1 oversloeg en me enthousiast op deel 2 en 3 stortte en omdat dat lekker ging alles wat ik voor het begin had bedacht verscheurde tot ik me realiseerde dat 2 en 3 veel te moeilijk zouden zijn voor de kinderen waarvoor ik het bedoelde omdat ze kennis van deel 1 moesten hebben om de rest ook maar een beetje te kunnen snappen.
Maar toch: met kleine stapjes kom je ook vooruit.