Oude flinkheid, nieuwe flinkheid

Oude flinkheid, nieuwe flinkheid

Oude flinkheid, nieuwe flinkheid

Plotseling ontdekte ik dat mijn flinkheid op was. De flinkheid waarmee ik meteen na het overlijden van Johan reageerde en de dingen deed die gedaan moesten worden. ‘Wat ben je flink, wat ben je sterk,’ zeiden mensen. Het leek heel wat maar de eerste twee maanden had ik mijn gewone brandstof ingeruild voor adrenaline en dus kon ik alle praktische zaken regelen tot het einde, tot ik er doorheen zat.

Vandaag is het Bevrijdingsdag én vandaag is het 2 1/2 jaar geleden dat Johan zo onverwacht overleed. Er is veel veranderd, binnenkort woon ik een halfjaar in Leeuwarden. Ik realiseer me dat de mensen die ik hier leer kennen een andere Hanneke ontmoeten dan die ik was. Soms ken ik mezelf nauwelijks terug nu vooral long Covid zo’n grote invloed op mijn leven heeft.

Ik houd van mensen, van alle leeftijden, om ermee te praten, om dingen te leren of anderen iets te leren, om spelletjes mee te doen, ervaringen uit te wisselen of samen uit te gaan. Ik woon in een huis met medebewoners en soms ga ik even naar beneden als daar koffie is, gewoon voor een praatje. Als het er te druk is of als er drukke mensen zijn met harde stemmen dan kan ik daar niet blijven. Als ik ergens ben met achtergrondmuziek kan ik dat niet verdragen en moet ik weg. De reactie komt soms meteen maar soms ook de volgende dag of later totaal onverwacht. Dan verhuis ik de dagen erna van stoel naar bank en bed en terug en heb ik de handen vol aan de dagelijkse dingen als eten en drinken klaarmaken, spullen opruimen en alles oprapen wat ik laat vallen. Dan ben ik afschuwelijk moe, zodat ik amper een arm of been op kan tillen en een theekopje al te zwaar kan zijn. De pijn schiet als bliksemschichten door armen en benen en als ik me niet overgeef volgen er hartkloppingen. Of gaat mijn kaak zeuren. Of bedenkt mijn lichaam weer iets anders waarvan ik me afvraag wat dat nou weer is. En toch, als op zo’n dag iemand belt of ik het leuk vind dat diegene even langskomt voor de gezelligheid, dan roept mijn gevoel Ja fijn! Maar mijn verstand zegt: niet doen. Want binnen het kwartier of het halfuur gaan mijn ogen dicht en kan ik niet meer de ‘drukte’ van iemand die tegen me praat aan. Laat staan iets zinnigs terug te zeggen! Let wel, dit is in long Covid-kringen niet bijzonder, helaas, maar het leidt tot eenzaamheid en verdriet.

Morgen komt er iemand om me te leren met mijn nieuwe scootmobiel om te gaan. Dan gaat de wereld voor me open, kan ik zelf weer boodschappen doen, naar een kind of een kapper, juicht men om me heen. De man die me morgen komt leren mobiel te worden stelde anderhalf uur voor. Ik merkte dat hij niet begreep dat dat veel te lang is en dat ook een uur te lang is. ‘Ga maar uit van een halfuur,’ zei ik. ‘Ik ben al blij als ik eerst naar de receptie loop, mijn rollator in de stalling zet en verruil voor de scootmobiel, de deur opendoe, het ding naar buiten rijd, de deur afsluit en nog een eindje heen en weer flits.’ Zoveel handelingen, zoveel prikkels, zoveel te verwerken.

Volgende maand word ik 73 en dat vind ik te jong om hier op mijn mooie plekje een beetje te vegeteren. Dus heb ik iemand gevonden die me hopelijk kan leren een nieuw evenwicht in mijn leven te vinden, om te leren waar de grens is zodat ik niet steeds word afgestraft als ik er een millimeter overheen ga. Om te ontdekken hoe ik toch weer een manier kan vinden om te gaan schrijven omdat ik daar blij van word. Om te accepteren dat er soms dingen zijn waarvoor ik het over heb om met de consequenties om te gaan. In juni ga ik hier een lezing verzorgen over de laatste twee boeken die ik schreef, en in juli ga ik wel 6 dagen op vakantie naar een B&B. Al kom ik daar misschien de kamer niet uit, ik heb er in ieder geval een mooi groen uitzicht!

Dat klinkt allemaal positief en dat wil ik ook, maar als er één ding is wat ik inmiddels heb geleerd is dat mensen met long Covid vaker een teveel aan wilskracht hebben dan te weinig. Ik hoop dat iemand me leert om daarmee om te gaan zodat ik hier met de kinderen en kleinkinderen kan genieten van wat hen bezighoudt en daarnaast mijn eigen dingen heb. Er is nog zoveel om voor te leven.