Na 8 maanden

Na 8 maanden

Na 8 maanden

Nu, na 8 maanden, begint er enigszins structuur in mijn dagen te komen. Als er iets belangrijk is dan is het dat, want ik merk dat onverwachtigheden mij behoorlijk uit evenwicht brengen. Niet alleen geestelijk maar vooral lichamelijk (met dank aan long Covid.) En dus moet ik alles plannen.

Toen ik het 7-maandenstukje schreef keek ik erg tegen mijn verjaardag op. Vorig jaar was zo gezellig geweest, zo fijn, hoe zou ik dat ooit kunnen evenaren? Die gedachte moest weg, ontdekte ik, de omstandigheden waren immers anders. Ik moet mijn nieuwe leven anders inrichten met behoud van het goede. Dus reserveerde ik voor mijn familie een grote tafel in de tuin bij de pizzeria, stuurde iedereen een mail en nodigde voor ’s ochtends een vriendin uit. Natuurlijk wilde ik er eerst een vriendinnenfeestje van maken met een leuk groepje maar dan zou ik als de familie aan de beurt was al op zijn. Er kwam 1 vriendin en het was gezellig. Het bezoek leidde af om apen en beren te zien die er vast niet zouden komen; na het middageten deed ik zelfs een dutje. Dochter Margryt haalde me op en al snel was de familie compleet: de kinderen, kleinkinderen, schoonzussen en een zwager. Het weer was heerlijk, buiten bleven de geluiden niet hangen en met de zonnebril op was het best te doen. Ik genoot van het samen zijn, van het lekkere eten, van het feit dat de kleinkinderen zo goed met elkaar omgaan, en toen het op was kon ik maar een ding zeggen: ‘Ik voel me een rijk mens.’

Natuurlijk was het ‘nagenieten’ geblazen, ook al omdat het de week na mijn verjaardag steeds warmer werd. En als ik iets heb geleerd is het dat long Covid en warmte niet goed samengaan. Daar komt bij dat ik nu mijn eigen hitteprotocol moet bedenken. Voorheen deed Johan dat (hij had het al warm als het boven de 18 graden kwam…). De hitte maakte dat ik twee verjaardagen over moest slaan, dochter Margryt moest het zonder heit en ook mem stellen en oudste kleinkind Thijs vierde zijn 13de verjaardag zonder pake of beppe. Dat was niet gemakkelijk.

De warmte zorgde voor veel ‘nagenieten’, ik zat waar ik zat of lag waar ik lag. Aan het einde van die week stond er ondanks dat wat op het programma: kleindochter Silke had haar jaarlijkse dansuitvoering in De Harmonie. Ik weet dat de kleinkinderen pake nog ontzettend missen bij alle hoogte- en dieptepunten in hun leven en dus ging ik erheen. Gehaald en gebracht door Margryt en ondanks de heel harde muziek, ik was mijn oordopjes vergeten, en de lichtflitsen, gelukkig had ik de zonnebril wel mee, hebben we allemaal erg genoten van de voorstelling. In het bijzonder van Silke! Ze is de langste van de groep en moest op zeker moment naar voren lopen tot bijna aan de rand van het podium. Dat deed ze heel zelfbewust, perfect in de maat alsof ze een model was. We waren allemaal heel trots op haar! Zondagochtend dacht ik dat de schade meeviel maar om een uur of vijf, het is altijd zo’n 24 uur later, kwam daar in alle hevigheid de klap. Dat deed niets af aan de fijne middag!

Nu is er een volgend feest in de maak waar ik naar toe moet en zal en wil. Mijn bijzondere Koerdische pleegdochter Lilan trouwt over een paar weken. Haar moeder, die me ‘zus’ noemt, verheugt zich zeer op mijn komst. ‘Dan staan we samen aan de zijde van Lilan, Hanneke,’ zei ze. En dus knip ik alle festiviteiten in stukjes met rustmomenten ertussen zodat ik zoveel mogelijk mee kan maken. Noord-Brabant ligt niet naast de deur, daarom maak ik er een week vakantie van. Ik heb een B&Beetje in de omgeving gereserveerd waar ik tot rust kan komen. Ik heb er heel veel zin in ook al weet ik dat er tranen zullen vloeien omdat ik daar voor het eerst alleen ben, zonder Johan. Ik weet ook dat ik daar liefdevol word opgevangen en dus kijk ik ernaar uit.

Naar Gaasterland ben ik de hele junimaand niet geweest en in juli komt dat er ook niet van, vermoed ik, gewoon omdat ik zoveel moet rusten als ik eens iets wel onderneem. Misschien is het toch tijd om hem te verkopen. Want als ik weer zo ver ben om te schrijven kan ik dat in mijn hele huis doen.

Als ik eerst maar weer zo ver ben; waar ik dan schrijf is minder belangrijk.