Halverwege de elfde maand
Omdat er zoveel gebeurt in deze septembermaand knip ik hem in stukken zodat het behapbaar blijft, zowel voor mij om te schrijven als voor eventuele lezers. Hoe verder ik in het “Eerste jaar na…” kom, hoe meer stappen ik lijk te zetten. Of sta ik meer open voor veranderingen?
De vorige keer eindigde ik met de aankondiging dat ik een rood poesje zou krijgen dat ik Foekje wilde noemen. Vorige week haalde ik haar op. Bij haar thuis stapte ze uit zichzelf het openstaande mandje in, onderweg huilde ze dat ze eruit wilde, omdat ze het eng vond: het mandje, de auto en die vreemde vrouw. Eenmaal thuis in Franeker hechtte ze zich bijzonder snel aan mij en nu is ze niet meer weg te denken. Mijn kamer is veranderd in een poezenspeelparadijs met veel hoge klimmeubels: de stoel waar Johan altijd zat is nu de hoogste berg, de trap naar boven nog hoger vooral als je tussen de treden van boven naar beneden kijkt en ze ontdekt bij stukjes de Kratzbaum die Margryt zo liefdevol in elkaar zette. Ze eet, ze drinkt, ze poept en plast, meteen netjes op de bak, ze speelt en rust dan weer uit en ze zorgt ervoor dicht me in de buurt te blijven. ’s Avonds als ik de deur naar mijn slaapkamer dicht doe, gaat zij op mijn stoel liggen, precies in het gat dat in mijn stuitjeskussen zit. Ze piept er net bovenuit. Soms maakt ze me wakker: miew, miew, miew, en dan moet ik komen. Laatst bleek er nog een pannetje op het gasstel te staan, heel zacht op een plaatje, maar het stonk vreselijk en Foekje vond kennelijk dat dat niet klopte. Ze had gelijk. Stom van mij, pienter van haar. Soms heeft ze van die echte kittenbuien, dan kijkt ze me wild aan en racet door de kamer en probeert me op alle fronten te snel af te zijn. Watervlug; ze is niet voor niets naar Foekje Dillema genoemd. Foekje Dillema, de Friese hardloopster die te snel was voor Fanny Blankers-Koen. Zie o.a.
Foekje Dillema paste niet in een hokje; was ze maar 100 jaar later geboren. Mijn lieve Foekje doet dat ook niet omdat rode katten meestal katers zijn. De tweede reden dat ik haar Foekje noem is om mij eraan te herinneren dat ik een kinderboek wil schrijven waar een Foekje in voor komt. Al vraag ik me af of dat nog kan nu deze Foekje zo’n persoonlijkheidje wordt. ‘Weg Foekje, niet op de tafel! En nee, ook niet in de gordijnen hangen, het zijn geen lianen!’
Ze zorgt ervoor dat ik weer plezier heb in het leven en ze tovert mijn huis tot een leefbaar huis. Ze leert me totale ontspanning.
Toen ik aan het begin stond van het nieuwe leven na het overlijden van Johan wist ik dat er veel moest gebeuren voordat ik echt aan leven toe zou komen. De naamswijzigingen, verzekeringen, e.d. doorgeven aan instanties en aan mensen die niet wisten dat hij er niet meer was, ik deed het in een roes die eerste zes weken. Ik wist dat ik ver over mijn grenzen ging dat was niet zo moeilijk met long Covid, maar ik wist ook dat het allemaal moest gebeuren dus dan maar meteen. Daarna werd ik langzaam weer mezelf. Ik probeerde te overzien wat voor me lag; er lagen verschillende hobbels voor me die ik zou moeten nemen. Ik wilde onze auto verkopen omdat die te groot was voor mij, ik moest terug naar mijn chalet om te zien waar Johan was gevonden, al wist ik het wel. Ik wilde weten hoe het zou voelen daar weer te zijn omdat ik niet wist wat ik met het chalet zou doen. Ten slotte, voor zover ik het kon overzien, lag de grootste hobbel ook nog op me te wachten: de belastingen. Die nam ik in de zomermaanden.
Begeleid door mijn coach heb ik alle stappen doorlopen, me verbaasd over de ingewikkelde wegen van instanties en banken terwijl, als je per ongeluk op een ander knopje drukt, het heel simpel kan zijn. Na twee keer inkomstenbelastingen deden we de erfbelasting er meteen achteraan; dat scheelde weer kopzorgen en tobberijen. Ik was blij toen mijn coach zei dat hij trots op me was dat ik ondanks alles het zelf had gedaan en niet bij mijn dochter ‘over de schutting had gegooid’. Dat is inderdaad geen tel bij me opgekomen, ik wilde alleen Johan terug. Hij staat in een potje in de garage dus helpen op welk vlak dan ook zit er niet in.
In een jaar vol afscheid en weemoed is het heel prettig om een begin te kunnen melden. Twee vwo-6 meiden van het Leeuwarder Lyceum hebben voor Onderzoeken en Ontwerpen en hun profielwerkstuk een expert-begeleider nodig. Ze hadden het meer schrijvers gevraagd die niet reageerden, te druk met schrijven vermoed ik, en ik reageerde wel want op deze stukjes na schrijf ik alleen boodschappenlijstjes. Dit houdt me bij de les en bovendien vond ik het erg leuk om weer op een van ‘mijn’ voormalige Piter Jellesscholen te zijn.
Tot slot het chalet: het is verkocht. Binnenkort meer hierover, als het niet meer zo’n worstelpartij is om de goede woorden in een logische volgorde te zetten. Want over het chalet, de camping en Mooi Gaasterland raak ik niet snel uitgepraat!