En het is niet eens de vijfde (1)

En het is niet eens de vijfde (1)

En het is niet eens de vijfde (1)

 

Als ik iedere maand zou schrijven over wat ik meemaakte op mijn nieuwe pad van rouwen, gemis en een nieuw leven opbouwen zonder Johan dan zou me dat vast helpen, dacht ik. Een vast moment, op de vijfde, omdat hij de vijfde november overleed.

Maar nu moet ik wat kwijt omdat het me zo bezighoudt, twee totaal verschillende levensstappen die zo in tegenstelling lijken te zijn. Maar het leven behelst alles tussen geboren worden en sterven en dus ook deze twee stappen. De eerste was het vinden van een graf voor Johan. Niet op een gewone begraafplaats waar je, en na mijn dood de kinderen, moet beslissen of je de steen en het graf zal laten staan. Ik heb zelf meegemaakt hoe moeilijk dat is. Een paar weken voordat Johan overleed vertelde ik hem over Natuurbegraafplaats De Bremer Wildernis. Hemelsbreed ligt het niet ver van ons chalet. Je kunt er een plek uitzoeken in de natuur met eeuwigdurende rust. Gaasterland gaf me altijd al rust om te schrijven. Het zou me ook rust geven als ik wist dat ik daar later zou komen te liggen, samen met Johan. Toen ik hem vertelde hoe ik dat voor me zag en de reden waarom kreeg ik eerst geen reactie. Achteraf denk ik dat het te confronterend voor hem was. Misschien voelde hij zich al zo slecht dat het voor hem te dichtbij kwam en een prater is hij nooit geweest. Ten slotte zei hij dat hij erover moest nadenken. Daarna hadden we het er niet meer over maar ik wist, en iedereen die hem goed kende dacht daar precies zo over, dat hij het meteen zou hebben gemeld als hij daar niet had willen liggen. Uiteindelijk vond hij zijn rust daar al snel omdat hij in mijn chalet overleed.

Afgelopen vrijdag was ik met dochter Margryt op de natuurbegraafplaats om samen een plekje uit te zoeken. We werden het al snel eens en nu kunnen we bedenken hoe we het aan zullen pakken om Johans urn daar te begraven. We krijgen (nou ja, kopen) een stukje grond waar we zelf iets van kunnen maken. Er zijn wel regels: je mag er inheemse planten of bomen planten en geen stenen of andere zaken op het graf neerzetten die niet natuurlijk zijn. Uiteindelijk ga je zo op in de natuur. Ik wilde dit voor de kinderen en nu ik het als overblijvende partij meemaak, zeker ook voor de kleinkinderen.

Voor alle vijf is dit het eerste grote verdriet dat ze meemaken en iedere keer als andere kleine verdrietjes hen plagen wordt dat opgeteld tot weer een groot verdriet en zeggen ze: ‘We missen pake zo.’ De meeste van hen hebben al in zijn urn gekeken en verbaasden zich. Marije zei: ‘Nu was pake zoooo groot,’ met haar handen geeft ze een soort reus aan, ‘en toen hij dood in de kist lag was hij ook nog zoooo groot!’ (Weer de reus.) ‘En nu is dit er maar van over. Dat is toch raar!’ Haar heit legt uit dat dat in de kachel met de houtblokken ook zo gaat en ik zeg dat de oven waar pake in verbrand werd natuurlijk niet te vergelijken was met die van thuis. Mama stelt voor dat als er weer eens een open dag in Goutum is ze gaan kijken hoe dat gaat. Dat vindt Marije een goed idee om vervolgens aan iedereen te vragen wat de beste herinneringen aan pake zijn. Ze vraagt en vraagt – haar grote broer zegt niets, hij heeft het er moeilijk mee – en ’s middags is ze doodmoe met het verwerken van alles. Een paar weken later staat de urn alweer op tafel: Nova wil hem ook graag zien. Als ze erin kijkt, zegt ze: ‘Het lijkt wel zand. Mag ik even voelen?’ ‘Ja hoor,’ zeg ik. Ze doet de vinger in de urn en roert er wat in. ‘Zo,’ zeg ik, ‘kietel jij pake?’
‘Ja,’ lacht ze, ‘ik kietel zijn buikje!’

Toch blijft er bij de kleinkinderen het verdriet. Toen ik jarig was hadden een paar kinderen er van tevoren buikpijn van om samen te gaan eten. ‘Moeten we dan ook huilen omdat pake er niet meer bij is?’ ‘Misschien wel maar misschien ook niet. Misschien is het gewoon gezellig. Want het leven gaat door, voor ons allemaal, ook voor beppe.’ Hun ouders zeggen ongeveer allemaal hetzelfde. De opluchting dat het inderdaad gezellig was! En al ging ik mee naar de dansvoorstelling van Silke, toch moet zij achteraf huilen omdat pake er niet was. Tot slot Fardau van vijf, die het verdriet wel voelt, maar er nog geen woorden voor heeft.

Binnenkort hebben ze vakantie. In hun laatste vakantieweek wil ik met de kinderen en kleinkinderen de urn begraven. Zodat ze deze periode kunnen afsluiten als ze pake letterlijk een plekje hebben geven. Een plek waar het mooi en stil is, waar je alleen de wind en de vogels in de bomen hoort. Ik hoop dat die gedachte hen rust geeft zodat ze fris aan het nieuwe schooljaar kunnen beginnen. En als ze weer eens verdrietig zijn, kunnen ze altijd hun ouders vragen terug naar Gaasterland te gaan en te kijken hoe mooi de natuur pakes graf maakt.

En die tweede levensstap? Daar schrijf ik later in de week over.