Deze zware maand (2)

Deze zware maand (2)

Deze zware maand (2)

 

Deze maand is vol herinneringen waarvan ik vorig jaar niet wist dát ik ze me zou herinneren.

Zoals mijn bezoek aan de longarts. Johan bracht me naar het ziekenhuis en ging daarna terug naar huis omdat de onderzoeken voor hem te lang duurden. Zoon Menno bracht me drie uur later thuis, de onderzoeken hadden niets opgeleverd. ‘Er is werkelijk niets te zien,’ zei de dokter, ‘en dat is typerend voor long Covid. Daar kun je natuurlijk niks mee.’ Ik knikte, ik had niet anders verwacht maar nu stond ik ten minste geregistreerd als long Covidpatiënt mocht er ooit toch nog onderzoek naar worden gedaan. ‘En wat was je vraag?’ Ik vertelde dat ik bang was om het weer zo erg te krijgen. ‘Niemand krijgt het twee keer zo erg als jij hebt gehad. Ik heb je foto’s gezien toen je het ziekenhuis binnen werd gebracht en dat waren echt vieze Covidlongen. Weet je nog wat er op het gele memoblaadje stond toen je herstellende van je longontsteking was?’ Ik moest even nadenken. Longontsteking, vakantie op La Palma, daar 8 dagen in het ziekenhuis gelegen tot ik ‘fit to fly’ was. Toen zag ik het weer voor me, het knalgele memobriefje op een foto geplakt waar ik vanuit mijn bed uitzicht op had. ‘Ik ben het niet vergeten,’ zei de longarts. ‘Daarop stond: Sykhelje! (ademhalen) Als je dat blijft doen en gezellige dingen gaat ondernemen, dan zal het na verloop van tijd misschien beter gaan.’

Vanaf dat moment wilde ik dat ook, leuke dingen doen. Ik had al zo lang thuis gezeten! Het eerste leuke was de verjaardag van Nova, het kleinkind dat zo vaak bij ons logeerde toen boven het café van heit en mem hun woonhuis werd gebouwd. Het was op de laatste zaterdag van oktober. We hadden Pluk van de Petteflet besteld omdat ze als baby net zo’n kuif had als de Stampertjes. Bovendien hadden we een prachtige kist gekocht met alle kleuren kleurpotloden, stiften en krijtjes en verftubes die je je maar voor kunt stellen. Met Pluk was ze al blij, bij het openen van de kist ging ze volkomen uit haar dak, wat een prachtig cadeau! Ik zag intussen de blik van haar nichtje Silke, die heel leuk kan tekenen en dat ook graag doet. Later zei ik tegen Johan: ‘We moeten een voor Silke en Fardau én een voor Thijs en Marije kopen, voor Sinterklaas. Ze zullen er vast allemaal blij mee zijn.’ Een kist had ik al via internet besteld, de andere stond nog bij de Lidl, waar we Nova’s kist ook hadden gekocht.

Wat we toen niet konden weten was dat Thijs en zijn nichtjes een week later diezelfde kleurenkist nodig hadden om er de doodskist van pake, die een week na Nova’s verjaardag overleed, zo mooi mogelijk mee te versieren. Met zijn vijven werkten ze er hard aan, een bijzondere mix van verdriet, samenwerken en creativieit. Hoe helpend en verbindend dat werkte merken we nog steeds; de band tussen kinderen en kleinkinderen is tot op de dag van vandaag veel hechter dan voor die tijd.

          

De vier andere kleinkinderen kregen hun kist direct na de crematie, het zou niet goed zijn om die tijdens Sinterklaas te geven. Dan zouden de kleurenkist, de kist van pake en Sinterklaas altijd bij elkaar horen en dat wilde ik niet.

Zondag is Nova weer jarig; ze is de laatste van de kleinkinderen waar ik voor het eerst alleen heen ga. Ik vind het moeilijk om die stap te zetten. Ik denk aan vorig jaar, toen Johan binnen het uur al zei: ‘Kom Hanneke, we gaan weer naar huis. Het is mooi geweest.’ Andere jaren zei hij dat omdat hij zag dat ik niet meer kon, vorig jaar omdat hij zelf zo moe was. Vorig jaar zei hij zondags dat hij eigenlijk mijn chalet winterklaar had willen maken maar dat hij dat een week uitstelde, ook al wist hij dat de camping dan gesloten zou zijn. Die zondag moest hij uitrusten van een klein uurtje gezelligheid.

Terwijl ik me die dagen van eind oktober zo goed herinner ben ik inmiddels aan een nieuw ‘project’ begonnen. Twee jaar geleden, toen we de benedenverdieping grondig lieten doen, haalde Johan al dingen van de eerste verdieping uit elkaar. Omdat ook die na 33 jaar nodig aan een grondige opknapbeurt toe was. Er ligt een matras op de vloer waar een bed omheen moet, een kast is al uit elkaar gehaald en het babybedje kan nu definitief weg. Kleindochter Silke merkte in het voorjaar op dat het wel tijd werd dat de grote slaapkamer anders moest. ‘De foto van pake en Thijs kan wel weg en dat bed en…’ Haar mem zei dat dat pas zou gebeuren als beppe eraan toe was. Dat is nu.

Toen ik met de oudste zoon besprak hoe ik de verthuizing het handigst kon aanpakken, mompelde Thijs, die druk op zijn telefoon bezig was: ‘Die grote foto wil ik wel, beppe.’ ‘Mooi Thijs. Op die foto werd jouw pake voor het eerst pake.’

Ach, de kinderen en kleinkinderen, wat zou ik eenzaam zonder hen zijn geweest. Allemaal hebben ze me geholpen, soms heel praktisch en soms met een opmerking waardoor ik weer verder kon. Volgende week herdenken we een onvergetelijke dag en een bijzonder jaar.

Ik geloof er niet in dat Johan ergens is en een oogje op ons houdt, maar als hij dat had gekund weet ik zeker dat hij trots op ons zou zijn.