De Schoolschrijver les 2: vragen en tegenstellingen

De Schoolschrijver les 2: vragen en tegenstellingen

De Schoolschrijver les 2:

vragen en tegenstellingen

Schoolschrijverplekje

Goed nieuws over De Schoolschrijver! Deze week waren directeur Annemiek Neefjes en Lydia Rood, allereerste Schoolschrijver, bij Koffietijd om te vertellen over het ontstaan en het vervolg ervan. Als je dit filmpje ziet, weet je meteen waarom schrijvers hier zo graag aan meewerken. Kijk maar!

Het was mijn tweede lesweek. Deze eerste lessen besteed ik veel aandacht aan boeken: met voorlezen, in alle klassen, en zelf lezen uit de boekenkist. Ik begin iedere week aan een nieuw boek en de meester of juf leest er de hele week verder uit. Zo komen ze met heel veel soorten boeken in aanraking. Wie een boek uit de boekenkist heeft gelezen, mag er de volgende week over vertellen.

Nynke uit groep 6 vond ‘Nooit denk ik aan niets’, de dichtbundel van Hans en Monique Hagen erg mooi. Elk gedicht is een verhaaltje waar je over na kunt denken, vond ze en dat had ze gedaan. Het prachtigste gedicht mocht ze voorlezen, Ooit nooit niets. Toen ze had voorgelezen, had ze een vraag waar ze lang over had gedacht. Ze zei: ‘Het is één glas, twee of drie of veel meer glazen. Want dat zijn er meer, dus wordt het woord langer. Maar hoe zit het dan met nul glaZEN?’ Ik stond met mijn mond vol tanden. Volgende week verwacht ze antwoord!

Een ander vast onderdeel is de prijsvraag. Iedere week stel ik een vraag of geef ik een opdracht waar kinderen die dat leuk vinden antwoord op kunnen geven of de opdracht zo mooi mogelijk uit kunnen voeren. De prijs is altijd een boek. Ditmaal was het Hallo, tot ziens, een boek over tegenstellingen. De kinderen mochten een tekening maken vol tegenstellingen. Ze mochten erbij schrijven of juf ervoor vragen. De kleuters in Minnertsga waren enthousiast en juf ook. Want Tegenstelling is een moeilijk begrip. Het werd het woord in de Moeilijke Woordenboom en ze werkten er de hele week aan. Dat kon ik vandaag zien, de brievenbus puilde bijna uit. Na de lessen heb ik me erop gestort en er waren ware kunstwerkjes bij. Zowel de kinderen als juf hadden er goed werk van gemaakt. Maar er was voor mij een duidelijke winnaar. Op naar de kleuterklas!

Daar ruimden de kinderen meteen alles op om zo snel mogelijk op hun stoeltjes te gaan zitten. Ze waren zo nieuwsgierig! Ze wilden het boek zo graag! Want achterin het boek zat een rood-blauwe bril waardoor je de tegenstelling in de illustraties zo mooi kon zien! Toen ze zaten, werd het doodstil. En ik begon te vertellen. Over hoe mooi. Hoe moeilijk om een keuze te maken. Wat veel werk. Wat hadden ze het goed begrepen. Maar ja, er kon maar een winnen.

De spanning op de gezichtjes!

Ik begon: ‘Het is geen meisje.’

‘Ooooh.’

‘Het is niet iemand van groep twee.’

‘Ooooh.’

‘Wie zijn de jongens van groep één?’

Vingertjes omhoog.

‘Eén van jullie had iets bijzonders. Een tegenstelling in gevoel. Dus niet groot of klein, of dik en dun, of hoog en laag, maarrrr….’ Tromgeroffel.

‘Eén van jullie tekende Blij en Verdrietig en dat vind ik zo knap. Wie van jullie was dat?’

Hiddes vingertje schoot als een pijl bijna door het plafond. Hij straalde! Wat een mooie winnaar. En alle andere kinderen begonnen spontaan te klappen.

Snap je dat ik dit fantastisch vind?

tegenstellingen 1tegenstellingen 2

tegenstelling 3tegenstelling 4