Voorbij

Voorbij

Voorbij

Het eerste jaar zonder Johan is voorbij. Zondag kwamen de kinderen en kleinkinderen en hebben we aan hem gedacht. Niet ingewikkeld of met tranen en veel woorden, maar met taart. De bakker had 12 stukjes slagroomtaart prachtig opgemaakt, met op ieder stukje één toefje mokka en daar weer een chocoladerolletje op. Op de slagroom nog een vruchtje. Het zag er heel mooi uit en het was heerlijk. Het toefje mokka was een herinnering aan Johan, die daar gek op was.

De kinderen speelden al snel boven, de volwassenen genoten van koffie, thee en taart en van Foekje die het ontzettend naar de zin had met alle aandacht. Dochter Margryt had alle kaarten ingeplakt. Bij het afscheid kregen de kinderen ‘Doodgewoon’, de prachtige bundel van Bette Westera en Sylvia Weve, van mij mee; een gelegenheid waarbij ik natuurlijk nog wat wilde zeggen. ‘Dit boek is een cadeau voor het leven, dat je pakt, bekijkt en leest als je er aan toe bent of het nodig hebt. En mocht je opkijken tegen het begraven van de urn van pake, over een poosje, denk dan maar aan het laatste gedicht, dat hij, als hij een dichter was geweest, zelf had kunnen schrijven.

Vanochtend merkte ik dat er een zware deken van me was afgenomen, er was weer ruimte in mijn hoofd. De komende weken hoop ik hier weinig meer te zijn, het echte leven roept. Met de kinderen pak ik de eerste verdieping aan, dwz dat ik materialen en dergelijke uitzoek, opruim en wegdoe, zodat ik uiteindelijk op de eerste verdieping een logeerkamer, een speelkamer en mijn slaapkamer heb; de extra kamer beneden wordt werkkamer om geen gesjouw naar boven meer te hebben als ik wil printen. Het is de bedoeling dat het allemaal voor 1 januari klaar is, dan kan ik in het nieuwe jaar de inhoud van pc en laptop schiften en in de nieuwe iMac stoppen. De pc gaat op termijn weg en de laptop blijft voor vakantie en dergelijke. In de kamer komt nog een slaapbank voor middagdutjes of als ik ziek ben. Klinkt goed, toch?
Nu maar hopen dat het lukt, dat mijn lijf en hoofd een beetje mee willen werken. Want o, ik wil zo graag weer schrijven, maar het moet wel kunnen. Natuurlijk komen er momenten dat ik Johan ontzettend zal missen, dat ik een steuntje nodig heb of dat ik op momenten van twijfel zou willen dat hij ziet dat het niet goed met me gaat. Laat staan als ik zover ben dat ik een eerste lezer nodig heb! Zover ben ik nog lang niet en zover denk ik nu ook maar niet vooruit.

Tot slot mijn relatie met de social media. Soms kon ik de berichtjes van andere schrijvers nauwelijks verdragen, met nieuw werk, fantastische school- en andere bezoeken, nominaties en prijzen. Dan barstte ik van de jaloezie, niet om de nominaties en de prijzen (nou ja) maar omdat dat betekende dat al die schrijvers eerst iets hadden geschreven. Ook andere vrienden die hun prachtige foto’s van verre landen, mooie uitzichten en bijzondere musea postten. Het leven ging zo aan me voorbij, al hoopte/hoop ik steeds dat het tijdelijk zou zijn, dat ik misschien verder kan met het boek dat al 20 jaar in mijn hoofd spookt. Of met dat kinderboek waarin ook een Foekje meedoet, nee niet als kat, of werken aan een van de vele andere ideeën. Tegelijk had ik juist veel aan de socials het afgelopen jaar met alle lieve berichtjes en reacties, hartjes, knuffels en duimpjes. Het heeft me gesteund, jullie hebben me gesteund. Dank je wel. Mede namens Foekje. Nadat we hier het afgelopen jaar voornamelijk om een hoekje keken, zullen we nu heel geleidelijk weer meedoen.