Blogberichten
Op de drempel van 2017/2018
Op de drempel van 2017/2018
Het was een bijzonder jaar, 2017. Het had alles: van verwelkomen en nieuwe eigenschappen van mezelf ontdekken tot loslaten.
Ik mocht drie boeken van mezelf verwelkomen. ‘Wês net bang, (mar wol foarsichtich)’ lag eind december 2016 al in de winkel, de officiële presentatie, met veel aandacht van pers en Omrop Fryslân, was aan het begin van 2017. Eregaste was Lilan, die de avond ervoor al bij ons was gekomen zodat we mooi op tijd in Heerenveen, waar de presentatie plaats vond, konden zijn. Zie bericht1. Tussen de bedrijven door zat ze met haar moeder te appen en toen alles voorbij was, tijdens de lunch, vertelde Lilan dat haar ouders ook naar Nederland zouden komen.
En dat was verwelkomen in superlatieven: de hereniging! Van Lilan en haar beide broers met hun vader en moeder. Wij mochten erbij zijn en ik kan er nog kippenvel van krijgen. Hier bericht 2
Het gewone leven ging intussen verder; ik had twee scholen waar ik als Schoolschrijver met veel plezier de kinderen meenam naar onbekende oorden, waar je geen fouten kon maken maar wel beter kon worden, met lezen, schrijven en andere taalrelevante onderwerpen. Een feest!
Na dat feest, het was bijna zomer, werd alles in orde gemaakt voor mijn eerste operatie ooit: ik kwam in aanmerking, meer dan!, voor een nieuwe heup. Terwijl ik op de operatie wachtte, vond ik het tijd worden de laatste dozen met spullen van mijn ouders op te ruimen. Ik ben erg slecht in weggooien, loslaten, maar het moest, vond ik zelf.
Ik ontdekte veel over de achtergrond van mijn vader en er waren nogal wat foto’s en papieren die ik niet weg kon doen. Gelukkig kon ik er anderen blij mee maken: De Beuk, de lagere/basisschool in St. Nyk waar mijn vader zo lang hoofd van was kreeg foto’s van optochten en toneelstukjes, naar het archief van Gaasterland bracht ik een doos met foto’s en papieren over Oudemirdum, de oorlogen en meer. Wat waren ze er blij mee!
Tot slot nog wat familiedingetjes die naar de kleinkinderen gingen. Loslaten viel niet mee; terwijl ik in de oude foto’s dook, en wat ik verder tegenkwam, miste ik mijn ouders en zus meer dan in alle jaren ervoor. Het gevoel alleen te zijn, dat ik geen nest meer heb waaruit ik kom, ook al heb ik een man, kinderen en kleinkinderen, viel niet mee. Ik heb geen nest meer maar ben er, samen met mijn man, één, het nest van mijn kinderen en ‘neiteam’. Dat is (als je geluk hebt) gewoon het leven.
Dan de operatie: die viel mee! Grappend de ok in en giechelend er weer uit, dat had ik niet verwacht. Ook de eerste 6 tot 8 weken viel ik mezelf ontzettend mee! Ik deed mijn oefeningen, nam rust en oefende, ik las me suf en breide af en toe, en keek naar zonnige vakantiefoto’s van iedereen die wel weg kon gaan.
Na die weken ging het herstel langzamer en was mijn geduld op. Om mezelf op te peppen reserveerde ik daarom vast een vakantie naar La Palma, binnenkort, als goedmaker voor de gemiste vakantie en als voorpret voor de volgende zomer die ik ga missen. Want in zomer 2018 wordt eerst mijn man geopereerd aan twee hernia’s en daarna krijg ik weer een nieuwe heup. Gelukkig zijn dan de heupen vernieuwd en kan ik hopelijk jaren vooruit.
Aan het eind van het jaar bezochten we Lilan en haar familie en we zagen hoe ze hun best doen zich thuis te voelen in Nederland. Ze leren de taal, de vader doet vrijwilligerswerk, de kinderen willen studeren en hogerop komen en de moeder die het Nederlands heel snel oppikt, wil dat haar gezin gelukkig is.
‘Gelukkig zijn’ willen we allemaal en meestal komt het je niet aanvliegen. Dus wijs niet naar een ander wat die verkeerd doet, maar kijk hoe jij jezelf en de mensen om je heen een beetje gelukkiger kunt maken. Soms lukt dat, soms niet. Mijn tante Harmke zei dan: ‘Pikerje net, it komt dochs oars.’ En sa is ‘t.
Samen met dochter Margryt eindigden we heel gezellig met een high tea, die ze had gewonnen. Voor iedereen een feestelijk uiteinde en op naar een goed 2018!
Tsjoch, sûnens en proost!
Gefeliciteerd!
Gefeliciteerd!
Vandaag wordt Lilan 20 jaar! Het gaat goed met haar en het gezin. Hoe we dat weten? We zijn er het vorige weekend geweest. Ja, dat weekend dat het zo sneeuwde! We hadden een Bed & Breakfast gehuurd aan de rand van Oss, waar we genoten van het huisje en het uitzicht. Van daar waren we zo bij de familie Abdo.
We namen een doos vol cadeautjes mee, gemaakt door een klas van Anna Marije Bloem, n.a.v. Wês net bang. Het was een van de opdrachten uit de lesbrief bij het boek, maar dan opgepimpt. De leerlingen hadden veel zorg besteed aan de inhoud. Hartjes waren favoriet, wel of niet met teksten. Zelfgemaakte puzzeltjes waar Lilans naam op stond, een chocoladeletter met de B van Bogerman en noem maar op. Lilan was er erg blij mee. Het was het begin van een prachtig bezoek aan Lilan, haar broer en haar ouders.
In de namiddag kwamen we terug om te eten. Lilan en haar moeder hadden lang in de keuken gestaan en het resultaat was een heerlijke, Syrische maaltijd. Het was fijn om samen te eten en te genieten van dit gezin dat zo graag onderdeel van de Nederlandse gemeenschap wil zijn. En dat lukt goed!
Rolan zit nu op de Vavo, Lilan doet in het voorjaar van 2018 staatsexamen zodat ze na de zomervakantie ook naar de Vavo kan. Rania spreekt verbazingwekkend goed Nederlands voordat ze hier nog geen jaar woont en Zoher laat zijn handen spreken. Hij gaat, net als Rania, naar school, maar doet daarnaast vrijwilligerswerk. Zie filmpje! Hij heeft zijn oude vaardigheden van timmerman opgepakt en heeft al heel wat moois gemaakt. Ezzat, die niet meer thuis woont, heeft zijn rijbewijs gehaald en leert ook Nederlands.
We hebben een heel fijn weekend gehad en zijn zeker van plan vaker terug te komen. Ongetwijfeld met Luca, want van hem heeft de familie ontzettend genoten. Ze missen hun eigen hondjes nog altijd en waren blij met onze vrolijke Luca, die zich bij hen helemaal thuis voelde.
Wij wensen Lilan een fijne verjaardag!
Hoera!!!
Slotfeesten!
Slotfeesten Schoolschrijver!
Het seizoen van De Schoolschrijver is voorbij; vorige week nam ik afscheid van obs De Finne in Warten en kbs De Oanrin in Twizel. Zo’n afscheid geeft altijd een dubbel gevoel, er is veel gebeurd, hard gewerkt, veel veranderd. Ik heb kinderen zien groeien en soms hun leerkrachten ook als ze met nieuwe ogen naar hun kinderen keken hoe ze op het traject reageerden.
In de groepen 3/4 werk ik totaal anders dan in de hogere groepen. In 3 en 4 ontdekken we de taal, de bouwstenen ervan en dat je van losse woorden een verhaal of een gedicht kunt maken. Dat er mooie woorden zijn en spannende of grappige of griezelige. Net zoals er verschillende soorten boeken zijn. Voor sommige kinderen waren de boeken niet aan te slepen, zo gefascineerd waren ze door de nieuwe werelden die ze ontdekten!
In de groepen 5 tot en met 8 deden de leerlingen andere ontdekkingen. Hoe je een verhaal kunt beginnen, hoe je emoties in je verhaal kunt verwerken zonder ze te benoemen, hoe je spanning in een verhaal kunt brengen. Sommige lessen had ik vorig jaar al eens gegeven en paste ik aan, andere lessen waren nieuw. Die waren spannend voor mij! Zou het werken zoals ik had bedacht? Zou het niet te moeilijk zijn of zou ik het aan moeten passen?
Op beide scholen schreven de kinderen van groep 5/8 een estafetteverhaal, waarin ze alles wat ze leerden konden verwerken. Meestal beslisten de groepen zelf welk verhaal het beste was en waar ze mee verder wilden. Het uiteindelijke resultaat was te lezen in een boekje dat alle kinderen kregen.
In Warten sloten we af met een taalcarroussel; in ieder lokaal was een taalactiviteit. Ouders, pakes, beppes en buren waren uitgenodigd om een kijkje te komen nemen. De directeur kreeg het eerste exemplaar van het boekje waarin naast de estafetteverhalen andere werkstukken van de leerlingen waren afgedrukt. Wat waren de kinderen trots op het resultaat!
In Twizel kwam Dolf Verroen, dit jaar helaas geen schoolschrijver maar wel zeer betrokken, om te vertellen en voor te lezen. De kinderen luisterden ademloos! Op het schoolplein, bij het uitwuiven, kreeg Dolf het eerste exemplaar van het boekje waaraan de Twizeler kinderen hadden gewerkt, aangeboden. Tijdens het refrein van het afscheidslied kon ik het niet laten om even een dansje te doen met een van de kleuters. Ze reageerde heerlijk spontaan, zoals de kinderen meestal spontaan op mijn lessen reageren.
Nu is het stil, geen kinderen meer, geen spannende lessen, geen leuke contacten. Maar na de zomer begin ik alweer. Dan ga ik geregeld naar de bieb om nieuwe boeken te ontdekken, waarmee we nieuwe dingen kunnen doen. Ook dat is een heerlijke tijd omdat ik in alle rust alles kan voorbereiden. Wil je meer van De Schoolschrijver weten? Klik dan maar even op deze link, dan zul je meteen weten waarom ik altijd zo enthousiast ben!
Een nieuw leven voor Lilan
Een nieuw leven voor Lilan
De laatste maanden schrijf ik weinig over Lilan en haar familie; dat betekent niet dat er niets gebeurt! Aanvankelijk verbleef het gezin in het AZC waar Lilan en Ezzat al woonden. In die weken was Rolan, de jongste, nog in zijn jongeren-AZC omdat hij daar naar school ging.
Voor de ouders was er, naast vreugde, veel onzekerheid. Wanneer zouden ze weer samen in een huis wonen? Waar zouden ze een huis toegewezen krijgen? Hoelang zouden ze nog in dit AZC moeten blijven? Naast de vreugde om het weerzien waren er vragen, want het was natuurlijk wennen aan de Nederlandse samenleving. Waar zijn winkels en hoe gaat dat? Hoe kom je van hier naar daar? De kou, de regen, de wind, het andere klimaat, de kleine behuizing in het AZC, alles, alles was onbekend op hun kinderen na. En zelfs hun kinderen waren veranderd, volwassen geworden.
Achteraf, maar dat weet je van te voren niet, heeft het niet lang geduurd. Ze kregen een huis, ze konden op zoek naar spullen, bijgestaan door vrijwilligers die wisten waar je alles kon krijgen. Met hulp van buiten schilderden ze het huis en richtten ze alles in. Toen dat klaar was, woonden ze eindelijk, na ruim twee jaar, weer met zijn vijven in een huis. Maar nu met drie wolwassen kinderen, want ook Rolan, de jongste, vierde eind maart zijn 18de verjaardag en werd officieel volwassen.
Lilan gaat inmiddels naar school; ze is vast van plan om zo snel mogelijk Nederlands te leren. Tot de zomervakantie zit ze in een voorlopige groep en in juni bekijken haar docenten met haar waar ze na de zomer het beste geplaatst kan worden, zodat ze haar inburgeringsdiploma’s kan halen.
‘Je gaat toch nog wel het tweede deel van het boek schrijven?’ mailt ze me. Ze vindt het belangrijk dat mensen weten hoe dat gaat, zo’n eerste jaar in een nieuw land, het land van haar vaders dromen, het land waar haar toekomst ligt. Ik schrijf haar dat ik het eerste deel dat in het Fries uitgekomen is, over haar vlucht, aan het vertalen ben. Deze zomer gaan we samen met het tweede deel aan het werk. Ze komt bij mij op de camping, waar mijn schrijfchalet wacht, of ik ga naar Brabant om daar te schrijven.
Je zou zeggen dat uitgevers in de rij staan om dit boek te mogen uitgeven, zo actueel en zo eerlijk. Zo is het niet. Mijn mails aan uitgevers worden niet eens beantwoord; netjes vind ik dat niet. Maar net als Lilan, zet ik door. Dit verhaal moet verteld en uitgegeven worden. Jongeren moeten weten wat hun leeftijdsgenoten meemaken, waarom ze hun land ontvluchten en hoe zwaar die keuzes zijn. Pas als alles geschreven staat en uitgegeven is, ben ik tevreden. Al zullen we contact houden, want Lilan, haar familie en ik, we zijn te zeer verbonden!
De Schoolschrijver: Een bijzonder kind
De Schoolschrijver: Een bijzonder kind
We hebben het over personages, bedachte mensen of dieren. De kinderen noemen voorbeelden op uit Een pittig soepje van Femke Dekker, een fris boek over vier heksen. Elke heks ziet er anders uit en heeft haar eigen bijzonderheid. Ieder kind heeft zijn of haar eigen voorkeur en weet precies te vertellen waarom die heks de leukste is. Ze vinden het een mooi boek.
Nu mogen ze aan de slag met hun eigen personage dat een hoofdrol krijgt in het verhaal dat ze deze weken gaan schrijven. Ze mogen hun personage tekenen, een naam bedenken, hoe hij of zij er uit ziet en bijzonderheden, eigenschappen. De meeste kinderen gaan meteen aan de slag, maar één jongetje niet.
Ik ga bij hem zitten. Hij zegt: ‘Ik weet niks te bedenken.’
‘Soms, als je niks weet te bedenken, kun je om je heen kijken en stiekem een van de kinderen van je klas gebruiken. Je geeft hem of haar een andere naam of ander haar, en dan heb je al een begin.’
Hij kijkt triest voor zich uit, het valt niet mee.
‘Kijk maar om je heen.’
Hij staart voor zich uit.
‘Of kijk je nooit iemand aan?’
Hij schudt zijn hoofd.
‘Weet je wat? Je mag mij tekenen. Ik ben een oud meisje, maar een meisje. Kijk maar naar me en teken me dan.’
Hij kijkt me aan, niet lang, dan begint hij te tekenen. Een hoofd, een lijf, armen en benen, het hoofd krijgt lange blonde lokken. De fantasie begint het over te nemen. Hij tekent, kleurt en je ziet hem blij worden.
De juf, die het proces heeft gadegeslagen, fluistert me toe dat het jongetje vermoedelijk pdd nos heeft, een stoornis in het autistisch spectrum. Maar nu, terwijl hij ingespannen werkt, is hij gewoon een jongetje dat zijn personage neerzet, er eigenschappen bij bedenkt; misschien begint er zelfs wel een verhaal in zijn hoofd.
Had ik al gezegd dat het fantastisch is om Schoolschrijver te zijn?