Donderdag 21 mei gaf ik de laatste les aan de Talentenklas van De Schoolschrijver. De eerste twee lessen was er al hard gewerkt aan wat het eindresultaat moest worden: een mix tussen schoolkrant en een van-alles-boek waaruit de Talentjes zouden voorlezen tijdens het Slotfeest.
We begonnen iedere les met een redactievergadering. Ik legde uit wat de bedoeling was en de kinderen gingen aan de slag. Ze dichtten, schreven, tekenden dat het een lieve lust was. De meeste leerlingen van groep 5 haakten na ruim een uur af. “Moe, Hanneke.” Ze gingen terug naar hun eigen klas en met de anderen werkten we verder.
Tijdens de tweede les werden de verschillen steeds groter. De éen had iets af, de ander moest typen, maar hoe slaan we dat op, Hanneke? Een duo maakte een dialoog, dat aanvankelijk wat te saai was. “Is het spannend om te lezen? Of om voor te lezen? Hoe krijg je het spannender?” Vol goede moed werkten de twee verder. Aan het eind van les twee begon ik te twijfelen. We hadden nog maar één les! Zouden we het af krijgen? En zou er genoeg zijn om voor te lezen tijdens het feest? De hele week piekerde ik er over, probeerde zoveel mogelijk voor te bereiden en zelf te doen. In mijn hoofd werd de chaos en de twijfel of het goed zou komen groter en het resultaat was dat ik flink om me heen begon te katten. Te snel op de verzendknop van de mail drukte. Vol stress voor de laatste les naar Twijzelerheide reed. Om daar te ontdekken dat ik mijn handtas, met rijbewijs, mobiel (ik wilde foto’s maken die laatste keer!) en andere nuttige zaken thuis had laten liggen. Ik kon wel huilen, stresskip die ik was! Om vervolgens tegen mezelf te zeggen dat IK het was die de lat zo hoog legde, dat het beter was te genieten van die laatste les, beter om een kwartier een fantastisch feest te hebben dan een uur met een kleuterlokaal vol lamlendige kinderen te zitten.
Na een gesprek met de directeur en de leescoördinator, voor wie deze paniek uit de lucht kwam vallen, ging ik, prettig opgeschud en vol goede moed naar de laatste les. De kinderen werkten als paarden, ook al hadden ze net twee (!) sportdagen achter de rug en waren ze moe. Ze typten, ze tekenden, ze overlegden, ze redigeerden, ze waren kritisch en we vergaderden twee keer. Een paar die het niet af konden krijgen, mailen het in het weekend. We leerden, o, wat leerden we!
Volgende week is het feest. Hopelijk kan ik dan wel foto’s laten zien. Bij dit stukje mag je het beeld zelf invullen: Schoolschrijfster met een hoofd als een biet, met, als een inktvis, aan elke tentakel een kind vol vragen. Ik had niets willen missen!