De Grote Verhuizing (3)
Ondanks alles sliep ik lekker want het was een heerlijk bed; ik werd echter wreed gewekt. De verhuizer aan de telefoon: ‘Wij staan hier met drie man, maar in uw appartement zijn vier timmerlui bezig. Dat wordt niks met die verhuizing. En u hebt veel te veel spullen! Wij zetten hier wat neer en dan gaan we weer want dit kan echt niet.’De moed zakte in mijn pantoffels. Wat nu? Blijven liggen loste niks op en dus de kleren aangedaan en aan de slag. Het werd een dag met veel telefoontjes: met de verhuizer die al vrij snel wist te melden dat ze onderdak hadden voor mijn spullen, gevolgd door het bericht later op de dag dat de echte verhuizing misschien wel op woensdag zou kunnen. Woensdag pas?! Logeren is leuk, maar hier had ik niet op gerekend! Met een extra mededeling dat ik wel rekening moest houden met een flinke kostenverhoging aangezien de verhuismannen geen 2 maar 3 dagen voor mij waren gereserveerd; al zou ik dat misschien kunnen verhalen op de aannemer. Ik ben slecht in ‘verhalen’ behalve als ik ze zelf bedenk en daartoe voelde ik me niet in staat. Nog weer later kwam er een telefoontje dat het verhuizen toch maandag al kon, dus dat viel mee. Hoewel, van de aannemer had ik gehoord dat er dinsdag nog schilders aan het werk zouden gaan en verf met kwetsbare longen was geen goede combinatie. Ik zou toch wel tot minstens woensdag in de logeerkamer moeten kunnen blijven. Of elders, al moest ik daar helemaal niet aan denken.
En dus ging ik weer bellen met de receptie of ik langer in de logeerkamer kon blijven. Dat was met één telefoontje geregeld, pas eind november stond de volgende gast gepland. Een hele opluchting! De logeerkamer was op dezelfde etage als mijn appartement, ik kon het, met rollator, goed belopen. Behalve een fijn bed was er een badkamer met alles erop en eraan en erin en voor het raam van de kamer stond een stoel zodat ik van het rustgevende uitzicht kon genieten. Toen duidelijk werd dat ik voorlopig niet klaar was met logeren vroeg ik om een tafeltje zodat ik geen gerommel met eten had en eventueel wat kon schrijven. Ik had wel wat extra spullen, kleding en handdoeken, bij me maar niet genoeg voor een weekend. Wat ik vooral nodig had waren mijn medicijnen want de combinatie van LC en stress tot de zoveelste macht maakte dat ik niet wist waar ik het moest zoeken van de pijn en vermoeidheid. Dat wil zeggen ik kon wel gaan liggen, het bed was er prettig genoeg voor, maar de onrust in mijn hoofd ging door mijn hele lijf, dus ‘kalm aan’ is dan makkelijker gezegd dan gedaan. Ik belde met mijn nieuwe apotheek, in Leeuwarden. Die hadden recepten nodig van mijn huisarts in Franeker, in Leeuwarden zijn de huisartsen namelijk op. Met Franeker gebeld, die de recepten zou mailen naar de apotheek in Leeuwarden en die apotheek zou er meteen werk van maken. Toen het tegen vijven liep en ik nog niks had gehoord ging Margryt op onderzoek uit. ‘We hebben nog niks ontvangen uit Franeker,’ zeiden ze daar. Lykele was toen net bij mij en die had Margryt aan de telefoon terwijl ik de spoedlijn van de huisarts belde. De huisartsassistente wist aan de ene telefoon te melden dat ze de recepten toch echt had verstuurd terwijl de apothekersassistente werkelijk niets had gezien. ‘Misschien bij de spam?’ De apotheek leefde inmiddels met drie man mee. Inderdaad vonden ze de recepten bij de spam; zo kreeg ik op het nippertje voor het weekend mijn medicijnen. ’s Avonds, toen ik nog even een kijkje ging nemen in mijn flatje en wat door de nieuwe keukenkastjes neusde, zag ik daar tot mijn verrassing al mijn medicatie van thuis staan. De verhuizers hadden goed meegedacht, ze waren alleen vergeten het te vertellen.
Het weekend sudderde voorbij. De zaterdag bracht iemand me een mooi bloemstuk van de schoonzussen en even voelde het alsof ik al woonde waar het de bedoeling was. Ik vermaakte me met mijn iPad waarop ik tv kon kijken dankzij de hotspot op mijn telefoon en dankzij de vele MB’s waarvoor ik extra moest dokken. Toen ik mijn chalet niet meer op de camping had bracht ik het aantal MB’s nogal naar beneden en dat was nu een beetje lastig. Lezen ging niet, schrijven ook niet, ik deed een spelletje, appte en keek op mijn schermpje, afgewisseld met een eindje wandelen door de gangen en pogingen om te rusten. Morgen was het zover, morgen zou ik echt verhuizen.