Oktober 2025
Oktober begint altijd verwarrend. Op 1 oktober was mijn middelste kleinkind jarig en dat bleef gelukkig precies als anders. De dag erna, de tweede, was het de verjaardag van Johan. Dit jaar noemde ik het zijn geboortedag, maar al noem je het anders, het effect op je gemoed is hetzelfde. Nee, het wordt nog steeds erger. Ik kon alleen maar huilen; gelukkig trof ik een zorgmedewerkster die erg lief en begaan met me was waardoor er een ware wolkbreuk losbarstte. Dat bleef tot halverwege de middag, toen waren de tranen als bij toverslag verdwenen. Dat kwam goed uit, want ’s avonds kwam dochter Margryt en hadden we het gezellig.
Die zelfde dagen zag ik de vele foto’s van het kinderboekenbal gevolgd door de kinderboekenweek. Blije schrijvers en schrijfsters, kinderen met hun boeken, het was weer een prachtig feest, zag ik. Ik voelde de afstand. Ik had altijd gedacht en gehoopt dat ik in het harnas zou sterven maar dan had ik eerder dood moeten gaan. Want hoewel ik weer echte, haalbare ideeën heb, twee natuurlijk, dat is goed voor de balans, merk ik dat het schrijven me steeds moeizamer afgaat. Niet alleen het overdenken van het verhaal en de vorm, maar ook de motoriek van het schrijven of typen zelf. Ik heb de beweging van het schrijven nodig, ik kan het niet inspreken of dicteren. Mijn tandarts had wel een tip voor me in verband met het trage denken: ‘Schrijf een kinderboek over een slak, dat lukt vast wel!’
Tijdens de hele maand oktober had ik last van huidschimmel. Dat was lastig en vervelend, er waren nachten dat ik niet kon slapen van de jeuk. De zorg werd ingeschakeld en kwam tweemaal daags langs om me in te smeren met een mix van zalfjes om vervolgens de plekken in te pakken met Engels pluksel. Ik voelde me er naar onder, gewoon niet lekker en nog meer moe.
Zelfs de lange maand oktober kende een slot en dat was feestelijk. De hele familie ging samen uit eten omdat Nova jarig was. Tien al! Daar wilde ik bij zijn. Achteraf merkte ik dat ik vooral baat had gehad bij het geestelijk voedsel. Ik zat, samen met een paar kleinkinderen die niet teveel prikkels aankunnen, aan het einde van de tafel. Kleindochter Silke vertelde dat ze nu op het voortgezet onderwijs ook Fries kreeg. Ze had haar docent verteld dat beppe Friese boeken schrijft waarbij hij zei dat beppe van harte welkom was om daar eens over te vertellen. ‘Ik heb al twee keer bij je in de klas verteld, Silke,’ zei ik. ‘Eerst zijn Nova en Fardau nog aan de beurt. Als ik het nog kan. Als ik nog schrijfster ben.’
Reactie van Marije aan de overkant: ‘Maar je blijft altijd beppe, hoor beppe!’
Is dat niet een fantastisch einde van oktober?
