De laatste week in Franeker

De laatste week in Franeker

De laatste week in Franeker

De laatste week waren allemaal laatste keren: de slager die de maaltijden bracht en en met wie ik het laatste gesprekje voerde, de laatste keer dat de boodschappen van de super werden gebracht, het kratje ditmaal meteen werd leeggemaakt en weer meegenomen. Spullen die ik nog via Marktplaats had kunnen verkopen werden opgehaald, er belden mensen op met vragen in verband met het appartement en mensen die hadden zullen bellen die dat niet deden en die dag ook niet aanwezig bleken te zijn. Met Margryt deed ik op vrijdag een groot aantal kleine klusjes waar ik in mijn eentje de puf niet voor had en waar we samen zomaar klaar mee waren. Steeds afgewisseld met thee en veel praten. Over hoe ze werd overvallen door haar oudste broer die kwam vertellen dat heit niet meer leefde en hoe haar eerste avond zonder heit was, over de crematie en zoveel andere zaken die we eerder niet bespraken. Er viel eens een traan aan de ene kant en aan de andere kant kwamen ze in stromen, maar het was fijn om het erover te hebben. Ik ben zoveel vergeten van die eerste tijd. Als ik het teruglees is het alsof het over een ander gaat terwijl ik toch echt wel weet dat het mijn verhaal is.

Op zaterdagochtend kwamen mensen de stelling bij de tv uit elkaar halen om hem mee te nemen, ’s middags kwam vriendin Mariana spullen uit de tuin meenemen en bleef ook nog even praten tot ik zo verschrikkelijk moe was en hoofdpijn had dat ik met mijn ogen dicht zat te zitten en haar moest vragen naar huis te gaan zodat ik kon liggen. In stilte. De dag eindigde met een ontzettende vreetbui zoals ik die nog niet had gehad. Ik had al zo lang mogelijk gewacht met het inslaan van St. Maartenlekkers terwijl ik mezelf geruststelde dat er steeds minder kinderen kwamen dus dat het niet erg was.

De zondag begon heel rustig, ik nam alle tijd om wakker te worden, daar zou ik de rest van de dag alleen maar plezier van hebben. Ik had er zin in om mijn hele stel nog eenmaal thuis te krijgen om samen een lange periode af te sluiten. Ik had hier bijna 34 jaar gewoond, de kinderen waren er opgegroeid en uitgevlogen en Johan was de meeste tijd aan mijn zijde geweest. We hadden gelachen, geleefd en verdriet en pijn gekend, maar als ik zag naar hoe onze kinderen waren als volwassenen mocht ik tevreden zijn. Het zijn sociale mensen die niet te beroerd zijn iets voor een ander te doen, alle drie werk hebben dat ze graag doen, gelukkig getrouwd zijn al hebben ze ook problemen gekend waar ze niet onmiddellijk voor zijn weggelopen.

Nog eenmaal liep de kamer vol, nog eenmaal thee, koffie of fris met elkaar drinken met wat lekkers erbij, de kleinkinderen wisten wel raad met een schaal vol spekjes, Menno verkondigde dat hij de accuboor had meegenomen om daar de naamplaatjes mee van de muur te halen: ‘Ja, Lykele, daar had jij niet aan gedacht, hè?’ Waarop we allemaal applaudisseerden omdat Lykele altijd attent is in dat soort dingen en Menno het juist vergeet. Maar toen het eenmaal zover was en de hele familie zich buiten had verzameld en Menno triomfantelijk het deksel van de boor afhaalde werd het stil. ‘Eehm, ik ben de boortjes vergeten.’ Hilarisch gelach. ‘Heeft mem nog ergens gereedschap?’ vroeg Lykele die weken eerder had geadviseerd dat oude gereedschap weg te doen want ‘in Nijlânstate heeft mem er niks meer aan omdat daar een klusjesman is.’ Gelukkig was mem eigenwijs genoeg om de basiszaken in een plastic zakje te doen en één gevonden schroevendraaier in het pennenbakje. En inderdaad, daar was het nog.


Het losmaken van de naambordjes ging ook prima zonder elektronica en zo schroefden de kinderen een voor een hun eigen bordje eraf, terwijl Nova iedere keer de boor liet gieren zodat het nog heel wat klonk. Het grote naambord, van Johan en mij, deden we samen en zo werd een periode afgesloten. Het was fijn om dat met elkaar te doen.

Maandag en dinsdag gingen vrij rustig voorbij, er viel nog genoeg op te ruimen en weg te doen maar ik kon niet meer. Ik genoot intens van Foekje, mensen belden, ik nam meestal telefonisch afscheid van buren en probeerde mijn gemak te houden. De woensdag reserveerde ik voor het afscheid van mijn lieve rode draakje, mijn Foekje die net als haar naamgeefster, Foekje Dillema, voor een manspersoon wordt aangezien maar toch echt een dame is. Na overleg met mijn dochter zou ze Foekje alleen komen halen, wel zo goed voor zowel Foekepoek als voor mij en het zou een afscheid zonder tranen worden. Margryt verhuisde alles wat van Foekje was naar de grote tafel, vervolgens mocht mijn lieve rooie nog even in de garage spelen zodat Margryt de hele handel in de auto kon zetten. Terwijl Margryt nog even naar de wc ging zette ik het mandje van Foekje op de vloer en, nieuwsgierig als ze was, ging ze er onmiddellijk in, al was ze het er niet mee eens dat ik meteen de rits achter haar dicht deed! En zo verdween na ruim een jaar alweer mijn liefste rode poes uit mijn dagelijks leven. Ze heeft me door een zware tijd heen geholpen. De dag eindigde met Mariana, die ik nog maar een jaar ken maar zonder wie ik het allemaal niet had gered. We sloten af met een lekker etentje thuis en na het laatste wasje namen we afscheid, niet definitief, maar wel in het dagelijks leven.

De laatste nacht kon ik de slaap niet vatten tot ik wel in slaap viel en tien minuten voordat de verhuismannen voor de deur stonden wakker werd.