Nei La Palma, in bêste reis (3)

Nei La Palma, in bêste reis (3)

Nei La Palma, in bêste reis (3)

Met 1, 2, 3 en hóp kieperden twee broeders me op een ander bed. Er kwamen verpleegkundigen om me heen staan en de lieve vrouw vertelde me dat ik naar de afdeling ging. Voor meer onderzoek en om op te knappen, zodat ik terug naar Nederland kon. Ten slotte stonden er een man of zeven om mijn bed. We praatten nog wat, ik in het besef dat ik deze mensen, aan wie ik zoveel had te danken, nooit meer zou zien. Stel je het plaatje voor van een serie als ER met dokters en verpleegkundigen. Zo’n groepje stond me na te wuiven toen de broeder me wegreed van de ER. Ik had er willen blijven omdat de mensen zo verschrikkelijk lief waren, ik dacht aan Ships that pass the night en hoorde in mijn hoofd het liedje van de serie Cheers: where everybody knows your name…  Bye Hannikki!

Na een rit door het ziekenhuis kwamen we op de afdeling aan. Dit was een echte kamer! Met een eigen kastje, een smalle kledingkast en een bel, met een douche, wastafel en toilet, waar ik nog lang niet op mocht, maar als wenkend perspectief heel prettig. De buurvrouw verwelkomde me enthousiast toen ze hoorde dat ik Duits sprak en verstond. Ze kwam oorspronkelijk uit Oost-Duitsland en kon alleen Duits verstaan en spreken. Ze snapte niks van de Spanjaarden, ook niet van degenen die Engels spraken. Nu kon ze met iemand praten!

Zij lag aan de kant van het raam, ik verstopt achter de doucheruimte, bijna niet te zien vanaf de gang, maar ik hoorde alles. Een broeder begon me uitgebreid uit te leggen hoe en wat met het uitgerekte blikje zonder bezem. Hij had het, meende ik over ‘koi karpers’ maar dat snapte ik niet. Toen zei hij dat het ding de ‘tsjatte’ heette (of zo?) en na mijn wezenloze blik probeerde hij het met ‘kakka’. Dat begreep ik en ik had meteen nog iets door. Ik schaamde me er niet voor om de ‘tsjatte’ te gebruiken, dat moest wel af en toe. Maar ik schaamde me kapot iedere keer als ik belde, iemand uit het kastje aan de muur vroeg wat er was en ik ‘kakka’ moest zeggen. Ik probeerde het met ’toilet’ of ‘wc’, maar ze reageerden pas op ‘kakka.’ Taalgevoelig schamen…

Al snel viel ik in slaap om tegen twaalven gewekt te worden voor medicatie, zuurstofkapje en thee. Midden in de nacht!

Het zou wel wennen, net zoals veel onbekende dingen zouden wennen; de dagen kregen een eigen ritme.