Afscheid (voorlopig) van De Schoolschrijver

Afscheid (voorlopig) van De Schoolschrijver

Afscheid (voorlopig) van De Schoolschrijver

Al weken hikte ik er tegenaan: het afscheid van ‘mijn’ schooltje in Twizel. De school waar ik me het eerste jaar zo op mijn gemak had gevoeld en waar het tweede jaar zo anders was. Ik sprankelde niet, zei de directeur na de derde les. Hoe kwam dat toch? Ik had geen idee, maar merkte het zelf ook. Misschien omdat ik de kinderen dit jaar wilde laten schrijven over feiten? Teveel feiten, te weinig fantasie? Ik ging terug naar de fantasie en de vreugde bij de kinderen was er weer. Met groep 7 en 8 bezochten we Tresoar en deze feiten spraken de kinderen bijzonder aan. Ik was alleen maar moe en niet lekker. Gelukkig zou ik op vakantie gaan naar La Palma en dan kwam ik opgeladen terug, vertelde ik het team.

De vakantie verliep anders dan mijn voorpret beloofde: we werden verwelkomd door storm en stortbuien en na een paar dagen werd ik ziek. Ik belandde in het ziekenhuis om pas 8 dagen later toestemming te krijgen naar hus te gaan. Al snel, toen ik daar lag, had ik door dat ik niet meer les in Twijzel zou kunnen geven. Te ziek, te zwak. Het enige moment dat de tranen hoog zaten, was toen ik De Schoolschrijver mailde dat ik een dubbele longontsteking had en niet meer terug zou kunnen keren naar school.

Eenmaal thuis bleek die longontsteking hardnekkiger te zijn dan gedacht; volgens de artsen op La Palma, prima ziekenhuis trouwens, lag er iets dat er al langer zat aan ten grondslag. In Leeuwarden deelden ze na uitgebreid onderzoek die mening. Vorige week zei de longarts dat ze me doorverwees naar het ziekenhuis in Nieuwegein, waar ze gespecialiseerd zijn in longen. Ik wacht af, mijn gedachten jojoden van Nieuwegein naar Twizel.

Deze week was het zover. Op woensdagochtend, mijn schoolschrijfochtend, bracht mijn man, gebombardeerd tot mantelzorger en chauffeur, me naar Twizel. Natuurlijk had ik een traktatie mee. Het liefst had ik nog iets leuks met de kinderen gedaan, maar ik durfde het niet. Ervaring heeft me inmiddels geleerd dat ik van het ene moment op het andere compleet instort. Dus moest ik energie spreiden. Moeilijk hoor, als je daar anders zo enthousiast voor de klas staat!

Groep 3/4 viel stil toen ik binnenkwam. ‘Hanneke!’ hoorde ik fluisteren. Juf zette de stoel voor de groep en ik begon te vertellen wat ik had beleefd. Natuurlijk maakte ik het wat spannender, maar niet te. Zelf hadden de kinderen ook wat meegemaakt, ze waren op schoolreisje geweest naar de Wildlands bij Emmen. Daar mochten ze later een verhaal over schrijven in tweetallen. Maarrrr, had juf gezegd, niet op de gewone manier, maar op de Hannekemanier. En alle kinderen begrepen precies wat juf bedoelde. Ze schreven over een reisje waar het allemaal net wat anders en spannender toeging. Tevreden verliet ik het lokaal, mijn tijd hier was niet voor niets geweest. De kinderen, de chips nog knisperend in hun mond, wuifden me na.

Groep 5/6 was enthousiast: ‘Hanneke!’ Ze haalden me binnen alsof ik Sinterklaas was en wilden precies weten wat er nou was gebeurd, daar op dat Spaanse eiland. De sirene van de ziekenauto loeide toen we over de bergen scheurden en schoonzus voorin genoot. ‘Ooooh,’ riepen de kinderen, ‘zat ze te genieten?’ Juf dacht dat het ziekenhuis wel anders zou zijn dan in Nederland, vast smeriger en slechter! ‘Nee juf, het was fantastisch! De verpleegsters en broeders zagen eruit alsof ze regelrecht uit de wasstraat kwamen!’ De kinderen vroegen zich af of er dan misschien een boek in zat. Jazeker, het verhaal zit al in mijn hoofd. Het moet alleen nog opgeschreven worden. Maar of dat ‘m wordt… De klas nam zingend afscheid van me: Hanneke bedankt, Hanneke bedankt! Ik voelde mij een oude voetbaltrainer die het veld verliet.

Groep 7 en 8 waren bezig met van alles en nog wat, werden uit diverse ruimtes gehaald. Wat waren ze gegroeid! Het liep tegen de pauze, het zou allemaal wat korter moeten, en ik vertelde. Ook dat ik het moeilijk vond om hen zo ‘in de steek te laten’ en dat ik blij was dat de laatste les, het bezoek aan Tresoar, zo’n ‘útsetter’ was geweest. ‘Onvergetelijk,’ zei juf. De kinderen namen afscheid door me om de beurt een hand te geven en me te bedanken. Sommigen stoer, anderen verlegen, allemaal lief.

Nog even tijdens de pauze napraten met het team, onder het genot van een flink stuk slagroomtaart, en daarna op naar de kleuters. Jammer genoeg heb ik daar niet vaak kunnen zijn, maar ze hadden, net als de kinderen van groep 3 en 4, wel vast een ‘priuwke’ van het Aksjeboek dat eind september uitkomt, gehad. Ze kijken ernaar uit!

Ik keek terug en was blij dat we zo afscheid hebben genomen. Helemaal toen ik twee dagen later nog brieven en tekeningen van groep 5 en 6 met de post kreeg. Hartverwarmend! Twizel houdt een speciaal plekje in mijn gedachten. De vrolijke trolley gaat voorlopig naar de zolder; eerst moet ik beter worden.